NCM: Mestoverschot vervijfvoudigd in 2026
In 2022 produceerde de Nederlandse veestapel 15 miljoen kilo stikstof meer in dierlijke mest dan mocht worden uitgereden in Nederland. Dit overschot kon dat jaar nog worden geëxporteerd naar het buitenland. Volgens het NCM, dat op verzoek van het Financieel Dagblad de gevolgen van de afbouw van derogatie berekende, zal het stikstofoverschot in 2026 toenemen tot 79 miljoen kilo. Deze vervijfvoudiging van het overschot wordt veroorzaakt door het einde van de derogatie in 2026 en de invoering van verplichte bufferstroken langs watergangen.
Afname plaatsingsruimte
Door de extra aanwijzing van met mest verontreinigde gebieden neemt de plaatsingsruimte in Nederland in 2025 en daarna af tot 67 miljoen kilo stikstof. Hieronder vallen ook grote akkerbouwgebieden in Groningen en Friesland sinds eind 2023. Het NCM verwacht dat boeren driekwart van de afname van de plaatsingsruimte op hun bedrijven zullen opvangen door minder kunstmest te gebruiken, en een kwart door minder dierlijke mest uit te rijden. Deze verschuiving in het gebruik van mest leidt ook tot extra stikstofoverschot van dierlijke mest, dat kan oplopen tot 95 miljoen ton.
Het NCM voorziet grote regionale verschuivingen wat betreft het mestoverschot. Melkveehouders in Friesland hadden bijvoorbeeld tot nu toe weinig tot geen mestoverschot, maar zullen daar de komende jaren wel mee te maken krijgen. De verwachting is dat het Friese overschot zal worden afgezet in de akkerbouwgebieden van Groningen en Flevoland. Daardoor zal voor met name varkensmest uit andere regio’s afzet buiten Nederland moeten worden gevonden.
Mestafzetkosten
Wat de gevolgen voor de prijs van mestafzetkosten betreft, die momenteel tussen de 20 en 25 euro per ton liggen, is het volgens Jan Roefs, directeur van het NCM, moeilijk te voorspellen. „Het maakt een groot verschil of je dicht bij een akkerbouwer in de buurt zit of dat de mest over grotere afstanden moet worden vervoerd. Bovendien is de mestmarkt een emotioneel gebeuren. Als het langdurig regent, stijgt de prijs al.” Concrete bedragen kan hij daardoor niet noemen.
Tekst: Stefan Buning
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in de Achterhoek. Sinds 1998 werkzaam als redacteur bij Agrio. Als chef Melkvee is hij samen met zijn team verantwoordelijk voor het kritisch volgen van alles wat er in en om de melkveehouderij in Nederland gebeurt.
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: Nederlands Centrum voor Mestverwaarding