Minder droogteschade door nieuwe manier van water vasthouden in Friese zandgebieden
‘Tientallen agrariërs op het zandgebied van Friesland wachtten de klimaatverandering niet af’, aldus de onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR) en Van Hall Larenstein (HVHL). Zij staken in de afgelopen zes jaar samen met provincie en waterschap de handen uit de mouwen om op hun bedrijf meer water vast te houden. Meer water vasthouden komt zowel de natuur als de landbouw ten goede. De resultaten van het onderzoek laten zien dat een gebied specifieke benadering het meest effectief is. Een benadering waarbij rekening wordt gehouden met de lokale bodem- en watersystemen. Bij een meer grootschalige aanpak op gebiedsniveau wordt de grondwaterstand in de zomer zelfs structureel verhoogd, blijkt uit het onderzoek.
Venige bodems beekdalen
Specifieke aandacht is daarnaast volgens de onderzoekers noodzakelijk voor de venige bodems in beekdalen, die een andere aanpak vereisen vanwege de grotere kans op natschade. ‘Combinaties van waterberging, beekherstel en natuurontwikkeling bieden hoopgevende kansen voor deze gebieden, aldus de onderzoekers.’ Wetterskip Fryslân en de provincie Friesland hebben daarom een subsidieprogramma opgesteld om grondeigenaren aan te moedigen meer water te conserveren.
Maatregelen en praktijkproeven
Aan de hand van modelberekeningen is onderzocht wat het effect is van watervasthoudende maatregelen op gebiedsniveau, op landbouw en natuur in het oostelijke zandgebied van Friesland. Daarnaast is aan de hand van praktijkproeven de effectiviteit van watervasthoudende maatregelen onderzocht op zeven agrarische bedrijven. De onderzoekers: ‘De resultaten van de grondwaterstudie laten zien dat alleen het implementeren van maatregelen op grote schaal een substantieel verhogend effect had op de grondwaterstand.’
Gebiedsgerichte aanpak
Het toekomstbestendig maken van het zandgebied vraagt om een gebiedsgerichte aanpak, waarbij water wordt vastgehouden op de hogere flanken van het zandgebied. Zo concluderen de onderzoekers verder. ‘Wanneer bovenstrooms water wordt vastgehouden snijdt het mes aan twee kanten: het verlaagt de beregeningsbehoefte en er wordt minder water onttrokken. Verwacht wordt dat een grootschalige aanpak van water vasthouden loont, als dit lokaal op basis van maatwerk wordt uitgevoerd. Voor water vasthouden zijn de laag gelegen delen de beperkende factor door de extra vernatting die hier optreedt.’
Bestemming veranderen
In het verleden is het waterbeheer afgestemd op deze laagste delen, lichten WUR en HVHL verder toe. ‘Voor de toekomst vraagt dit om andere keuzes, bijvoorbeeld door de bestemming te veranderen (‘Water en bodem sturend’) of door in deze gebieden vernatting te vergoeden, temeer hier kansen liggen voor het realiseren van diensten in de vorm van waterberging, beekherstel/natuurontwikkeling en verminderen uitstoot broeikasgassen (reductie veenafbraak).’ De sleutel voor water vasthouden in het zandgebied ligt bij de laaggelegen veen- en moerige gronden. ‘Een robuust en toekomstgericht waterbeheer vraagt om keuzes met betrekking tot deze lage delen.’
De samenwerkende partijen
Wageningen Livestock Research (WUR) en Hogeschool Van Hall Larenstein (HVHL) onderzochten in de afgelopen drie jaar de effecten van water vasthouden op zandgebieden in het oosten van de provincie Friesland. In het onderzoek, dat werd uitgevoerd in samenwerking met Provincie Friesland, Wetterskip Fryslân, gebiedscollectieven Noardlike Fryske Walden en ELAN, Staatsbosbeheer en Antea Group, werden onder andere vijf praktijkproeven bestudeerd bij agrarische bedrijven in het gebied.
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ruth van Schriek Agrio Archief