Column: En we zouden het doen voor de natuur
Weidse polders tussen Berkel en Bergschenhoek waar we uren struinden, genoten van de poldernatuur, het slootje springen en niet zelden kwamen we met een nat pak thuis. Ik kom nogal eens in Den Haag en als het dan weer helemaal vaststaat op de A13 rijd ik nog wel eens binnendoor. Bij Pijnacker eraf en dan langs de Rodenrijse Vaart waar we vroeger in een opblaasbootje achter de snoeken aan zaten. Echt vrolijk word ik daar niet meer van. Alles is namelijk volgebouwd en van de weidse poldernatuur van vroeger is weinig meer over.
Industrie
Dat werd afgelopen week door CBS cijfers bevestigd. Tussen 2013 en 2022 is in Nederland 178 vierkante kilometer agrarisch gebied verdwenen. Tegelijk kwam er 277 vierkante kilometer aan industrie, wegen en woonwijken bij. Een oppervlakte zo groot als anderhalf keer Den Haag.
Als natuurliefhebber hoop je dat de opgekochte agrarische grond ook werkelijk bijdraagt aan het versterken van de natuur. Echter nam het oppervlak bos- en natuurgebied in diezelfde periode ook nog eens met 158 vierkante kilometer af. Mijn oude woonprovincie Zuid-Holland alleen al neemt hier een derde van voor haar rekening. Mijn huidige woonprovincie Brabant is met 64 vierkante kilometer koploper in de afname van agrarische grond.
Mega Logistiek Park
De cijfers illustreren wat ik in mijn periode in de politiek al dagelijks zag. We kopen door het hele land boerderijen op onder het mom van ‘beter voor de natuur’, om daarna de agrarische grond bij Moerdijk om te zetten in een Mega Logistiek Park. Een mooi melkveebedrijf aan de rand van het Pompveld moest wijken voor uitbreiding van natuur, maar met de stikstofruimte wordt er net over de rivier een waardevol weidevogelgebied omgezet in grote XXL-dozen voor bol.com. Met het verbod op garnalenvisserij in de voordelta werd de bouw van de tweede Maasvlakte geregeld. Inmiddels is de voordelta een ideale plek voor een groot windmolenpark met nadelige gevolgen voor trekvogels en het onderwaterleven.
De CBS-cijfers maken pijnlijk duidelijk hoe goed we erin zijn geworden om agrarische grond met het argument ‘we doen het voor de natuur’ om te zetten in economische groei. Dat de natuur hier helemaal niet van profiteert nemen we blijkbaar op de koop toe. Ondertussen willen we wel dezelfde aantallen akker- en weidevogels behouden op een steeds kleiner agrarisch oppervlak.
1 procent
Stel nou dat we van de economische winst van 178 vierkante kilometer omgezette agrarische grond een piepklein stukje voor onze boerennatuur over hadden gehad. Al was het maar 1 procent van de gestegen grondwaarde om de overgebleven agrariërs een eerlijke prijs te kunnen geven voor de groenblauwe diensten die ze leveren. Dan hadden we in die 10 jaar meer dan het dubbele kunnen investeren in bijvoorbeeld het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Of we hadden de agrariërs jarenlang een echte beloning voor natuurbeheer kunnen geven in plaats van alleen maar vergoeden van de gederfde inkomsten.
Ik dwing mezelf er soms nog toe om bij Pijnacker de A13 af te draaien en binnendoor te rijden. Al is het maar om mezelf steeds voor ogen te houden wat de gevolgen zijn als we blijven kiezen voor economische groei ten koste van boer en natuur.
Hermen Vreugdenhil
Hermen Vreugdenhil is voormalig Statenlid in Brabant en nu directeur van Collectief Rivierenland, de coöperatie die in het Gelderse Rivierengebied het agrarisch natuur- en landschapsbeheer uitvoert.
Tekst: Hermen Vreugdenhil
Beeld: Ellen Meinen