Agrarische hogeschool Van Hall Larenstein: 'Actie op Europese schaal nodig'
Opinie: Nieuw financieel landbouwsysteem noodzakelijk voor perspectief landbouw en natuur
De klimaat-, biodiversiteit- en wateropgaven in Nederland hebben onvoldoende voortgang en de landbouw heeft niet genoeg perspectief, omdat we vastzitten in het bestaande landbouwsysteem. De kosten die zijn gekoppeld aan transformatie naar een eigentijds, volhoudbaar landbouwsysteem worden onterecht bij de boer neergelegd. We komen hierdoor niet in transitie.
Waarom een nieuw financieel systeem voor grondgebonden landbouw? Voor de implementatie van transities is een nieuw financieel systeem een randvoorwaarde. Nederland staat voor grote klimaat-, biodiversiteit- en waterkwaliteitsopgaven. De overheid maakt hiervoor plannen, maar die sluiten vaak onvoldoende op elkaar aan en zijn bovendien niet toegesneden op de werkelijke opgaven in een bepaald gebied. De rekening wordt vervolgens voor een belangrijk deel bij de boeren neergelegd.
De ketenpartijen ontwikkelen allerlei producten met duurzaamheidskeurmerken of -labels, zodat boeren een extra boterham kunnen verdienen, maar dit blijven kleine volumes die de burger maar beperkt herkent en erkent. De burger erkent de biologische landbouw wel, maar deze omvat nog geen 5 procent van het areaal in Nederland.
Koopgedrag
De afgelopen jaren zijn vele burgers actief achter de boer gaan staan, maar passen hun koopgedrag in de winkels beperkt aan. De boeren worden gedwongen om hogere kosten te maken voor de genoemde maatschappelijke opgaven, terwijl het hen geen of zeer beperkt financiële baten oplevert. Overheid, ketenpartijen, burgers en boeren kunnen dit kennelijk niet afzonderlijk of samen binnen het huidige systeem oplossen.
Wie moet dan wat gaan doen? We moeten samen aan de slag. De klimaat-, biodiversiteit-, en waterkwaliteitsopgave is niet enkel een opgave van de boeren, maar een gezamenlijke maatschappelijke opgave van alle primaire ketenactoren en andere actoren die hen daarbij ondersteunen of beïnvloeden.
De overheid en ketenpartijen moeten nu leiderschap tonen door in te zetten op een transformatie naar een nieuw landbouwsysteem, waarin boeren niet alleen worden gewaardeerd en betaald voor de kilo’s voedsel, maar ook voor het resultaat dat hun bedrijfsvoering heeft op de omgeving, het klimaat, de waterkwaliteit en -beschikbaarheid en biodiversiteit.
Twee labels
Hoe dan wel? We gaan wat ons betreft in Europa nog maar twee labels in de supermarkt tegenkomen: Regulier Duurzaam en Biologisch. Indien in de toekomst blijkt dat dit drie of vier labels moeten zijn, dan is dat voor ons ook prima, want de wirwar aan labels en keurmerken met beperkte volumes levert onvoldoende impuls voor een transitie op.
De prijszetting van de door ons voorgestelde Regulier Duurzaam producten wordt bepaald door de huidige marktwaarde * kringloopfactor. Indien een bedrijf hoog scoort voor de kringloopfactor kan de productwaarde met circa 15-35 prcoent toenemen. Dit wordt dan uitgekeerd door de ketenpartij en/of afnemer aan de producent.
Op basis van onze eerste denklijn zit in de kringloopfactor:
• Emissie van stikstof en fosfaat per hectare
• Emissie CO2-equivalenten per hectare
• Gebruik gewasbeschermingsmiddelen per hectare
• Biodiversiteitscore door beheerpakketten, waaronder perceelrandenbeheer
• Water vasthouden en peilbeheer
Eén noemer
Waarom maar twee labels? Biologische landbouw is een label met wereldwijde/Europese erkenning en herkenning. De rest valt wat ons betreft onder Regulier Duurzaam. Deze moet zo in elkaar zitten dat een boer als ondernemer uitgedaagd wordt om een goede kringloopscore te realiseren, waardoor hij meer inkomsten heeft dan nu met alleen focus op maximale productie per hectare. Het geheel komt onder één noemer en één (gemiddelde) prijs in de winkel, omdat de burger nu nog niet massaal gaat kiezen voor extra betalen voor gedifferentieerde categorieën duurzaamheid.
Betekent dit dan dat de we de rekening neerleggen bij de consument en kan die dat betalen? Inderdaad, en als we vinden dat de consument deze rekening niet kan betalen, dan zou de overheid voor bepaalde productcategorieën een lager btw-bedrag kunnen inzetten. Ook kan de overheid wat ons betreft kiezen voor langjarige subsidies, die de extra benodigde baten vanuit de kringloopfactor dienen te dekken.
Turbolandbouw
Waarom komt dit niet van de grond? De noodzakelijke transformatie wordt belemmerd zolang Nederlandse voedselproducenten blijven concurreren op de wereldmarkt en boeren, burgers, overheid en ketenpartijen hun krachten niet bundelen. Dit dwingt de landbouw om kostprijzen heel laag te houden door zoveel mogelijk te produceren per hectare. Dit vraagt om turbolandbouw: high input, high output. Ook met relatief grote verliezen naar en in de omgeving: fosfaat en stikstof, broeikasgassen, gewasbeschermingsmiddelen en te beperkt ruimte voor biodiversiteit, met negatieve gevolgen voor bodem, water, klimaat en natuur. Dit model is lang succesvol geweest, maar de huidige opgave vraagt om een nieuwe aanpak.
Voor elk gebied hetzelfde perspectief? Op kleigronden zal een andere emissie optreden dan op zandgronden, waardoor op kleigrond mogelijk makkelijker een hogere kringloopfactor is te realiseren. Ook zullen grondwaterstandregimes zorgen voor differentiatie. De draagkracht van het gebied is hiermee naast het management van de boer verankerd.
Prijs moet omhoog
Een heffing op niet duurzame producten? Het moet niet zo zijn dat boeren die conform huidige maatstaven produceren geld inbrengen om de duurzamere producten van een hogere prijs te voorzien. Dit is voor de boeren een sigaar uit eigen doos. Dan komt de rekening weer bij de boeren terecht. De prijs in de winkel moet omhoog. De echte waarde moet betaald worden. Het reguliere product komt in ons voorstel wel voor een hogere prijs in de winkel. De prijszetting zal gelijk zijn aan het duurzame product. Hierbij kun je ook spreken van een heffing, maar die wordt betaald door de consument.
Kunnen we dan niet meer exporteren? Dit moeten we samen in Europa oppakken. We moeten naar een sterke en duurzame landbouw of beter gezegd voedselinfrastructuur in Europa. Dit is dus meer dan het inkleuren van een landbouw hoofdstructuur in Europa, die er overigens nog niet is. Om de Europese landbouw op grote schaal te verduurzamen, moet worden gestreefd naar minder in- en export van/naar buiten de EU, optimaliseren binnen de EU, en bescherming tegen concurrerende wereldmarktprijzen van producten die elders niet duurzaam zijn geproduceerd. Op dit moment vindt al meer dan 70 procent van de melk- en vleesproducten uit Nederland de Europese markt.
Geen excuus
Is dit niet te moeilijk? We beseffen ons bijzonder goed dat de vernieuwing, die we hierboven schetsen, niet eenvoudig zal zijn, maar het leidt wel tot meer eenvoud. Doormodderen zoals nu is een heilloze weg. In heel Europa hebben we inmiddels protesten vanuit de landbouw en de biodiversiteit-, water- en natuuropgaven blijven bestaan. De complexiteit is geen excuus, want we kunnen niet blijven dweilen met open kraan.
Niek de Boer, Robert Baars, Rik Eweg en Peter van der Maas.
Tekst: Hogeschool Van Hall Larenstein, Niek de Boer, Robert Baars, Rik Eweg, Peter van der Maas
Beeld: Ruth van Schriek