Enquête LTO Noord: een derde Noord-Nederlandse boeren zou signalen niet herkennen
Drugscriminelen weten boeren boven de rivieren ook vaker te vinden
Lange tijd werd drugscriminaliteit vooral geassocieerd met het zuidelijk gelegen platteland. Maar uit de steekproef, waaraan in april 500 ondernemers van boven de rivieren meededen, van wie 400 de enquête helemaal invulden, blijkt dat deze criminaliteit ook in de rest van Nederland steeds vaker voorkomt. Van de respondenten geeft 6 procent toe dat ze er op eigen erf ervaring mee hadden of hebben en 11 procent van de LTO leden geeft aan zelf wel eens benaderd te zijn met een voorstel dat ze niet vertrouwden. Dat is tot nu toe echter wel ‘opvallend veel lager dan de landelijke cijfers’, waarin vaak een op vijf of zelfs een op de drie boeren wordt genoemd die wel eens zou zijn benaderd.
Overigens ervaart maar de helft van de leden criminaliteit in het buitengebied als een groeiend probleem, waarbij drugscriminaliteit minder als groeiend probleem wordt gezien dan criminaliteit in het algemeen; het houdt mensen minder bezig en het komt ook minder ter sprake in gesprekken met buren en /of andere boeren.
Signalen herkennen
Een derde van de LTO Noord leden voelt zich voldoende opgewassen tegen criminelen die misbruik willen maken van hun erf, eveneens 36 procent juist niet. Van de leden heeft 29 procent wel eens vermoedens gehad van verdachte situaties rond drugs in het buitengebied en 15 procent is er daadwerkelijk getuige van geweest. Ruim een derde denkt dat hij/zij de signalen van drugscriminaliteit niet zou herkennen, een kwart van de mensen denkt juist van wél en de rest weet het niet. „Ofwel, sommigen staan hier zelfverzekerd in, anderen juist helemaal niet”, concludeert Gaby de Ruiter, vertrouwenspersoon bij LTO-Noord en voormalig medewerker van politie. „Drugscriminelen hebben hun werkgebied dus uitgebreid naar de noordelijke provincies. Niemand mag zo naïef zijn om te denken dat hem of haar dit niet kan gebeuren.”
Melden bij politie
De meldingsbereidheid voor een eigen situatie die ze mee maken lijkt vrij hoog, want 55 procent van de invullers van de enquête zegt het te willen melden als ze een dubieus voorstel van een eventuele huurder krijgen. Maar dat is de theorie, concludeert LTO uit de antwoorden op de vragen. „Want in de praktijk heeft van de mensen die zelf wel eens benaderd zijn met een dubieus voorstel, maar 18 procent met de politie gesproken. Bij deze groep zie je dat de reden ‘angst dat criminelen mij weten te vinden’ ineens stijgt. Dus in praktijk komt er meer angst om de hoek kijken dan mensen van te voren inschatten.”
De meldingsbereidheid is vooral laag als het gaat om het melden van verdachte situaties die ze bij andere boeren of buren zien. Slechts één op vijf mensen zou vreemd gedragen van collega-ondernemers of toename van kunstlicht en camera’s op het erf van de buren melden, volgens het onderzoek. Belangrijkste drie redenen om niet te melden: ik wil me er niet mee bemoeien, ik wil de goede band met een bekende niet op het spel zetten en angst dat criminelen mij of mijn gezin weten te vinden. Vanuit de open antwoorden kwam nog vaak naar boven: ik weet niet zeker of het echt meldenswaardig is. De politie adviseert mensen om verdachte zaken áltijd te melden. De geur van aceton wijst op cocaïne. Een zoetige geur kan xtc betekenen. Als zo’n walm voorbijkomt, moeten er echt alarmbellen afgaan.
Medeplichtigheid
Het begint vaak heel onschuldig, met een keurige meneer op het erf. Maar niet altijd, weet De Ruiter: „Ik ken ook situaties waarbij vier mannen in een Mercedes het erf oprijden, uitstappen en duidelijk laten merken wat ze willen. Dan moet je als persoon wel stevig in je klompen staan om ‘nee’ te zeggen.” Het gaat niet alleen om misdaad, het is ook nog eens levensgevaarlijk: „Die laboratoria die men optuigt zijn niet de meest veilige werkplekken waar nog wel eens iets ontploft.”
Boerderijen en andere afgelegen plekken zijn aantrekkelijk voor zware jongens. „Die bieden bijvoorbeeld veel geld om gebruik te maken van je erf, soms met de smoes dat het voor caravan- of goederenopslag is.” Voor de politie is het niks nieuws: „We zien het al lange tijd gebeuren.” Financiële stress en leegstand van stallen bij boeren en andere ondernemers kan leiden tot verkeerde keuzes: „Er zitten genoeg veehouders in zwaar weer. Dan klinkt een voorstel aantrekkelijk. Maar als je één keer ‘ja’ hebt gezegd, kom je er nooit meer af. We benadrukken welke gevaren er kleven aan het in zee gaan met criminelen. De eigenaar van een terrein waar illegale activiteiten plaatsvinden, is medeplichtig en daardoor strafbaar.”
Ontploffende labs en een dode
Eerdere recente incidenten in Noord-Nederland
Enkele incidenten wezen eerder ook al op een criminele opmars boven de rivieren. In mei 2022 ontplofte een drugslaboratorium in een oude Friese varkensstal. Eén aanwezige overleefde het niet. In Drenthe ontmantelde de politie een locatie voor synthetische drugs. En pas nog was het raak in een loods naast een boerderij in het midden van het land.
De politie zag vorig jaar in Overijssel en Gelderland ook een stijging van het aantal (ontmantelde) locaties waar xtc, amfetamine en crystalmeth werd gefabriceerd.