Uien overzaaien pakt goed uit voor teler Geschiere
Geschiere heeft zijn uien twee keer gezaaid. De eerste keer ging de zaaimachine op 23 maart het land op. Best vroeg, realiseert hij zich. „Je neemt een gok als je in maart zaait, maar de omstandigheden waren perfect en de grond lag er goed bij. Waarom zou ik dan wachten?”
Slagregens
Helaas gooide het weer roet in het eten: binnen een week na het zaaien kreeg het land meer dan 50 mm neerslag te verwerken. Het was niet zozeer de grote hoeveelheid water die het zaad nekte, maar de combinatie van slagregens en storm. „De grond sloeg volledig dicht.”
Met cambridgerollen heeft de teler geprobeerd de korst te breken. Twee keer is hij met de rollen het land op gegaan, maar het lukte volgens hem maar half. In de tweede helft van april is hij de opgekomen planten gaan tellen. Met als trieste resultaat: 470.000 planten per hectare, goed voor een opkomst van 50 procent.
Onregelmatig gewas
De slechte opkomst was niet de enige reden waarom de akkerbouwer uit Bant besloot de uien over te laten zaaien. Als hij het niet zou doen, vreesde hij een zeer onregelmatig gewas te krijgen: een grote variëteit in maatsortering. Kleinere uien zijn minder bestand tegen een bespuiting en blijven daardoor nog meer achter in groei. En dat bemoeilijkt de MH-bespuiting, waardoor de oogst niet goed te bewaren zou zijn.
Geschiere heeft een goed gevoel over zijn besluit. „Achteraf gezien is het goed geweest. Maar op dat moment jeukte het me natuurlijk verschrikkelijk: wat is verstandig, wat moet ik doen. Maar uiteindelijk moet je de knoop doorhakken en daar voor gaan.”
Homogeen product op het land
Hij is blij dat hij een mooi homogeen product op het land heeft staan. „Als je gewend bent altijd goede uien te leveren, zit een slechte partij je niet lekker. Alleen al daarom ben ik blij met mijn besluit om de uien over te zaaien.”
Lees het volledige interview in de Veldpost van zaterdag 3 oktober