Geen munitieopslag in Gronings mijnbouwschadegebied, mogelijk wel in Friesland of Flevoland

Defensie wil haar eigen krijgsmacht versterken en zoekt daarom ruimte. Half augustus deelde de staatssecretaris een lijst met beoogde locaties voor de opslag van munitie. De afgelopen tijd voerde Defensie gesprekken met betrokken inwoners om de plannen te bespreken. Ook is er een milieueffectrapportage gemaakt. Hierin zijn alle beoogde locaties beoordeeld op dezelfde ruimtelijke aspecten. Het gaat dan om de impact op de landbouw, de natuur, en ook op het aantal woningen dat wordt geraakt met de plannen.

De plannen voor munitieopslag in Groningen zorgde voor veel onrust op het platteland daar. Half september was er ook een informatiebijeenkomst in het mijnbouwschadegebied. Deze maakte impact op Tuinman, schrijft hij in de Kamerbrief: ‘De hier uitgesproken zorgen en de emoties van de omwonenden hebben mij nog sterker doen beseffen wat de bewoners van dit gebied vanwege de mijnbouwschade al hebben moeten meemaken en hoe ongelukkig de ligging van deze locaties is. Bewoners van woningen die recent zijn versterkt of waarvan de plannen voor versterking in een vergevorderd stadium zijn, zouden door de mogelijke vestiging van een munitieopslag hun woning opnieuw moeten verlaten. Ik vind dit, naast bestaande zorgen en emoties, onacceptabel en wil de zorgen van de getroffen bewoners zoveel mogelijk verlichten door duidelijkheid te geven dat de genoemde locaties in het mijnbouwschadegebied niet verder worden onderzocht.’

Ook de resultaten van de milieueffectrapportage zijn negatief voor de beoogde locaties in Groningen. In Luddeweer en Slochteren is de negatieve impact te groot, vooral als het gaat om bodemdaling, het aantal geraakte woningen en het verlies van landschap en vruchtbare landbouwgrond. In Tjuchem zijn vooral de omliggende woningen en infrastructuur de beperkende factoren.

Ook in Drenthe en Flevoland worden locaties geschrapt

Ook in Drenthe en Flevoland worden locaties voor munitieopslag geschrapt. In Exloo en Zweelo spelen het aantal geraakte woningen en de aantasting van waardevol landschap een grote rol. In Zweelo is daarnaast ook hinder voor recreatiegebieden.

In Dronten is met name infrastructuur een beperkende factor. De locatie raakt namelijk de provinciale weg N307 en/of de Hanzelijn. ‘Het in gebruik nemen van dit locatie-alternatief zou het verleggen van vitale infrastructuur tot gevolg hebben wat een onderscheidend groot negatief effect is’, aldus de BBB-bewindspersoon. Ook de aanwezige windturbines zijn niet handig.

Locaties voor een grootschalige munitieopslag en munitieopslag met snel inzetbare capaciteit die verder gaan worden onderzocht bevinden zich in Biddinghuizen, Lemmer en Kollumerwaard. In de laatstgenoemde Friese plaats, waar ook grote zorgen zijn over de defensieplannen, wordt ook verkend of er een terrein voor het oefenen en trainen met explosieven kan wordengerealiseerd. Dat geldt ook voor een locatie nabij Lelystad.

Zeewolde in beeld voor nieuwe kazerne

Voor het realiseren van een nieuwe kazerne is Zeewolde nog steeds in beeld. De locatie Gooischeweg valt, omdat deze ten koste gaat van zeer waardevolle biologische akkerbouwgrond en een waardevol open landschap. De locaties Spiekweg en Oosterwold worden wel nader bekeken.

Ook de landbouwtransitie-gebieden blijven buiten schot als mogelijke locaties voor een nieuwe defensiekazerne, omdat uit het milieuonderzoek blijkt dat het aantal geraakte woningen en boerenbedrijven te groot is. Defensie gaat verder onderzoeken of de activiteiten op de bestaande locaties in Stroe en Ermelo kunnen worden opgeschaald.

Voorkeurslocaties begin 2025 bekend

Op basis van het milieuonderzoek zal het kabinet na verder bestuurlijk overleg met de provincies en gemeenten naar verwachting in het eerste kwartaal van 2025 de voorlopige voorkeurslocaties bekendmaken.

‘Deze worden als onderdeel van het ontwerp van de Nationale Beleidsvisie voor Defensie opnieuw ter inzage gelegd. Bewoners en andere stakeholders kunnen hier wederom zienswijzen op indienen die zullen worden meegenomen in de besluitvorming van definitieve locaties door het kabinet’, schrijft de staatssecretaris in de Kamerbrief.