Column: Het mag wel wat BBBeter!
Ik hoor het Caroline van der Plas nog zeggen. Ze was blij dat het ‘kan niet, mag niet’-kabinet van Rutte en minister Van der Wal eindelijk voorbij was. Ik deelde haar mening. De Tweede Kamer is het hoogste bestuurlijke orgaan in Nederland. Daar kunnen wetten gewoon veranderd worden, als daar een meerderheid voor is. Natuurlijk moet dat wel met een onderbouwing gebeuren, maar in het landbouwdossier is op dat vlak veel mogelijk.
Kamervragen
Voordat BBB in de regering plaatsnam was de partij, die toen vooral uit Caroline bestond, in de Tweede Kamer scherp. Wanneer een onderzoeksinstituut een rapport naar buiten gooide of een journalist iets blootlegde waar kanttekeningen bij te plaatsen waren, dan werden er binnen een paar dagen vragen naar de minister gestuurd. Vooral als dat schriftelijk gebeurde, moest het ministerie daar gedegen antwoorden op geven. In een debat met een maximum op het aantal interrupties was het voor een minister makkelijker om te duiken.
De antwoorden waren inhoudelijk natuurlijk in de lijn van de visie van het toenmalige kabinet-Rutte. En vaak werd de Tweede Kamer een beetje met een kluitje in het riet gestuurd, als het ging om landbouw of natuur. Met slechts één zetel van BBB kon de toenmalige minister zich dat ook permitteren. Nu BBB meer zetels heeft en in de regering zit, ligt dat anders en moet de regering daar veel meer rekening mee houden. Ik, en ik denk met mij veel boeren, hadden dan ook verwacht dat die kritische lijn zou worden doorgezet. Want ook als je als partij in een regering zit, behoudt het vragen stellen dezelfde functie.
Minister sturen
Daar komt ook nog iets bij. Wie de afgelopen maanden naar Thom van Campen van de VVD of Harm Holman van NSC keek, zag tijdens debatten dat er vanuit die partijen wel kritische vragen kwamen op het landbouwdossier. Dan kun je zeggen dat de grotere afstand van deze regering tot de Tweede Kamer daar een rol in speelt en dat ze kritischer kunnen zijn omdat de bewindslieden van een andere partij zijn, maar op basis van die vragen sturen ze wel de minister. De vragen hebben uiteindelijk een relatie met hoe ze stemmen.
Wanneer BBB dan zelf haar kritische lijn van vragen stellen niet doorzet, sturen ze dus minder dan die andere partijen op het landbouw- en natuurdossier. De visie van VVD en NSC wordt daardoor bepalender en dat is voor het overgrote deel van de landbouwsector minder voordelig. Door kritisch te zijn op deze dossiers geeft de BBB-fractie haar eigen bewindslieden munitie in handen om een toch meer eigen koers te kunnen varen. Anders geformuleerd: BBB laat ruimte liggen om de absurde afbouw van de sector een halt toe te roepen. Bij het mestdebat zag ik een BBB-fractie die het letterlijk opnam voor minister Wiersma, terwijl andere partijen door een kritische houding aan te nemen de minister dwongen om vooral het plan van de vorige minister Adema uit te voeren.
Ecologische Autoriteit
Een ander voorbeeld, misschien ‘klein bier’, was de technische briefing van de Ecologische Autoriteit. Daar kwam BBB eigenlijk maar tot één vraag, en dat was een adviserende voor de Ecologische Autoriteit. En dat terwijl er inmiddels tal van publicaties zijn geweest over de adviezen van de Ecologische Autoriteit, namelijk dat ze vaak voetstoots aannemen wat provincies opschrijven als het gaat om de drukfactor stikstof. De BBB kan zelf die adviezen en natuurdoelanalyses ook lezen en met deskundigen praten. Bovendien zou je met al die BBB’ers in de provincie en beleidsondersteuners zeggen dat er aardig wat dossierkennis kan worden opgebouwd.
BBBeter!
Er ligt munitie genoeg. Neem het onderzoek van Wouter de Heij over stikstofmodel Aerius. De vraag is waarom de BBB dat niet doet. Ik heb geen idee. Ik zou graag een weekje in Den Haag meelopen achter de schermen om te zien wat er gebeurt. Maar ja, dat schrijf ik dan ook op, dus dat is wellicht niet altijd handig voor politici. Maar het mag wel een stuk scherper. Nee, het moet scherper. Of in BBB-taal, het mag wel wat BBBeter!