Column: Niet langer praten, maar doen!
Het is volop genieten wanneer je wordt vergezeld door groepen puttertjes en kneutjes die de bloemblokken en struwelen afstruinen. Een sperwer scheert vlak voor je langs tussen de struwelen die de akkers omzomen, op zoek naar zangvogeltjes. Langs de natte, net omgeploegde akkers schieten watersnippen met hun kenmerkende schorre roep zigzaggend weg, en hazen zoeken beschutting bij het struweel. Iedereen die hier wandelt, voelt de rijkdom van het boerenland waar grondeigenaren zelf de landschapselementen beheren: boerennatuur in optima forma.
Twintig jaar geleden namen Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (VNC), Via Natura en de Ploegdriever in de Ooijpolder het initiatief om een landschapsfonds op te richten. Het was een revolutie in natuurbeheer: boeren kregen langdurig betaald voor het onderhouden en aanleggen van landschapselementen, zonder dat ze te maken kregen met complexe bestemmingsplannen, extra regels of beperkingen. De basis was vrijwilligheid, vertrouwen en goede begeleiding, afgestemd op de wensen van de boer. Vandaag de dag genieten wandelaars, bewoners en boeren van het resultaat. Zo kan het dus ook!
Voor de provincie Gelderland voeren we nu de subsidieregeling ‘Biodiversiteit en landschap’ uit. Hiermee vergoeden we 85 procent van de grondwaarde en 75 procent van de aanlegkosten van nieuwe landschapselementen. Dit is een mooie aanleiding om samen met VNC, de stichting die het vermogen van het Oud Burger Gasthuis beheert, en de vier betrokken pachters ontbrekende verbindingen aan te planten. De Ooijpolder wordt zo weer een stukje mooier.
Bij gesprekken met boeren komen drie zaken steeds terug: vertrouwen, flexibiliteit en zicht op langjarige vergoedingen
Tijdens de toespraken vooraf vertelde Jaap Dirkmaat dat dit het eerste jaar is dat er in Nederland meer landschapselementen worden aangelegd dan verdwijnen. De negatieve trend keert, dankzij organisaties zoals VNC en de passie van mensen zoals Jaap. De gedeputeerde sloot daarbij aan: „Als ik hoor met hoeveel passie ze hierover spreken, dan past de provincie een nederige positie. We zijn blij dat we hieraan kunnen bijdragen.”
Deze positieve trend zie ik ook in het agrarisch natuur- en landschapsbeheer. De belangstelling voor landschapselementen, zoals heggen, hagen, ecologisch slootbeheer of houtige oeverbuffers, is groter dan het beschikbare budget. Bij gesprekken met boeren komen drie zaken steeds terug: vertrouwen, flexibiliteit en zicht op langjarige vergoedingen.
Het is bijzonder dat deze kentering samenvalt met de afname van procesgeld voor dure plannen. De praktijk laat zien dat we niet eindeloos moeten plannen, maar vooral moeten doen. Met vertrouwen, flexibiliteit en voldoende budget maken we Nederland stukje bij beetje mooier.
Tekst: Hermen Vreugdenhil
Beeld: Ellen Meinen