
Wasbeerhond steeds grotere dreiging voor grondbroeders

Je zou het misschien niet denken als je hem ziet, maar de wasbeerhond – met zijn grappige bakkebaarden – is een hondachtige. Het dier lijkt nog het meest op een ‘mislukte’ kruising tussen das, vos en wasbeer. Wasbeerhonden komen oorspronkelijk niet in Nederland voor, maar het dier heeft zich de afgelopen decennia razendsnel over ons land verspreid.
De eerste wasbeerhond werd hier in 1981 gesignaleerd en sindsdien komen steeds meer meldingen binnen. In 2024 ging het om 189 meldingen uit bijna alle provincies. De meeste meldingen zijn afkomstig uit het noorden van het land: Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel en de Gelderse Achterhoek. Ook op de Veluwe leven wasbeerhonden, maar dat zijn afstammelingen van ontsnapte exemplaren.
Zeer hoge reproductiesnelheid
In Duitsland is de wasbeerhond al veel langer aan een opmars bezig. Daar werden in het seizoen 2019-2020 ruim 33.000 exemplaren geschoten; 15 procent meer dan het jaar ervoor. Aangezien wasbeerhonden zich in rap tempo kunnen vermeerderen, zal de migratie vanuit Duitsland in de toekomst alleen maar toenemen. Ook in Limburg zijn ze al gesignaleerd. De wasbeerhond kan snel nieuwe gebieden koloniseren door zijn grote aanpassingsvermogen en een zeer hoge reproductiesnelheid. Bovendien is de soort op diverse plekken uitgezet, waardoor er een grote genetische variatie is. In geschikte habitats kan de wasbeerhond een dichtheid bereiken die groter is dan die van vergelijkbare roofdieren (zoals vos en das) gezamenlijk.
Russische uitzetacties
Dat al die dieren tegenwoordig in Europa rondlopen, komt door grote uitzetacties in het westen van Rusland in de vorige eeuw. Vanaf 1930 tot het midden van de jaren 50 werden daar meer dan 9.000 wasbeerhonden voor hun waardevolle pels bewust uitgezet in de vrije wildbaan. De warme vacht zou prima van pas komen bij de productie van kleding voor het Sovjetleger. Vanaf dat moment nam de handel ook in andere landen toe.
Sinds 1950 werden meer dan een half miljoen vellen verhandeld en verwerkt, waarbij er ongeveer 50.000 uit de vrije wildbaan van Rusland kwamen. Omdat wasbeerhonden ook zeer gemakkelijk in gevangenschap te houden zijn, komt het merendeel van de bontwaren van pelsdierhouders. Die zijn vooral gevestigd in Scandinavië van waaruit in 2010 nog 80.000 vachten kwam.
Uitbraken pelsdierhouderijen
Door uitbraken op pelsdierhouderijen nam de verspreiding van de wasbeerhond verder toe. In Finland zag men de eerste exemplaren in het midden van de jaren 30. Zweden volgde tien jaar later en in de jaren 50 bereikten ze Polen en Roemenië. Sinds 2019 staat de wasbeerhond op de EU-lijst van invasieve exoten. De soort mag dus niet meer worden verhandeld en gehouden. Verder geldt voor lidstaten de plicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen, te verwijderen, of als dat niet lukt, zodanig te beheren dat verspreiding en schade zoveel mogelijk worden voorkomen.
In ons land hebben jagers dan ook de opdracht om wasbeerhonden af te schieten. Maar veel zal dat niet helpen, want in Duitsland – waar bejaging al langer plaatsvindt – heeft dat niet geleid tot een merkbare vertraging van de kolonisatie.
Een echte opportunist
Net als de vos is de wasbeerhond een echte opportunist. Hij eet zo’n beetje alles wat hem voor de bek komt: kikkers, padden en kuikens/legsels van watervogels en grondbroeders. Het is eigenlijk meer een verzamelaar dan een jager. Hij loopt langzaam en rent en klimt bijna nooit. Deze omnivoor eet onder andere vogels, amfibieën, insecten, vissen, hagedissen, knaagdieren en ook plantaardig voedsel als knollen, maïs, gevallen fruit en aas.
In waterrijke gebieden kan de wasbeerhond een negatieve impact hebben op grondbroedende kolonievogels omdat hij eieren en kuikens eet. Op weidevogels is zijn impact relatief beperkt. Immers, veel weidevogels leggen hun legsels op open graslanden en een wasbeerhond blijft liever in de dekking. Geïsoleerde amfibiepopulaties en grondbroedende vogels in moerasgebieden zijn wel gevoelig voor predatie. Als het aantal wasbeerhonden groeit, dan zullen ook deze negatieve effecten toenemen.
Mocht de soort op de Waddeneilanden terechtkomen, dan vormt hij daar een groot ecologisch risico voor amfibieën en inheemse grondbroeders. Nederland heeft veel waterrijke gebieden, waarvan vele waardevolle natuurgebieden zijn. Hoewel de vos al in de meeste van deze gebieden aanwezig is, is de wasbeerhond een extra bedreiging doordat die eerder geneigd is om te zwemmen, waarbij hij meerdere kilometers kan overbruggen. De meest kwetsbare soorten zijn purperreiger, lepelaar, zwarte stern en roerdomp. Door de voorkeur voor amfibieën kan lokaal de omvang van populaties van kikkers en mogelijk ook watersalamanders afnemen.
De wasbeerhond kan verschillende ziektes en parasieten overdragen op mensen en dieren zoals de vossenlintworm, hondsdolheid (rabiës) en trichinellose (worm). Bij een groei van de populatie is er een toenemend risico dat mensen in aanraking komen met ziekteverwekkers waarvoor de wasbeerhond drager is.
Tekst: Oswin Schneeweisz
Beeld: via Pixabay