Teleurstelling en ongeloof over concept-beheerplan Fochteloërveen

Dit topartikel wordt u gratis aangeboden door de redactie van Veldpost. Steun onafhankelijke journalistiek en neem een abonnement.
De redactie van Veldpost schreef vorige week over het conceptbeheerplan van het Fochteloërveen, dat provincie Drenthe dinsdagavond 8 april op het provinciehuis in Assen presenteert aan belangstellenden. Het conceptbeheerplan raakt de landbouw rondom het gebied, terwijl uit vegetatiekarteringen blijkt dat het hoogveen zich herstelt. Beleidsmedewerker Roel Visser van LTO Noord windt er geen doekjes om. „We worden er niet heel vrolijk van. In het huidige beheerplan is bestaand gebruik beschermd en niet vergunningsplichtig. In dit conceptbeheerplan is dat eruit gehaald en dat tast de rechtszekerheid van boeren aan. Ook is er binnen het natuurgebied te weinig ruimte gecreëerd voor ganzen en andere soorten. Waardoor die dieren uitwijken naar landbouwgrond. Het ontbreekt aan effectieve maatregelen om die schade te voorkomen en de schade te compenseren. Wij willen een effectief faunabeleid en een beter ingericht foerageergebied binnen het Natura 2000-gebied. Tenslotte worden er peilverhogingen voorgesteld in de buffergebieden. De bestaande peilen zijn in overleg met de landbouw tot stand gekomen, waarbij is afgewogen wat er voor de natuur nodig is en wat aanvaardbaar is voor agrarische percelen. Door nu peilverhogingen voor te stellen wordt de indruk gewekt dat er niet langer rekening wordt gehouden met het agrarische gebruik”, aldus Visser.
Onrealistische natuurdoelen
Volgens LTO Noord streven de provincies onrealistische natuurdoelen na door hoogveen te herstellen, terwijl de hydrologische situatie lastig is en er vaker droge zomers zijn. Ook botsen sommige natuurdoelen met elkaar en dienen de provincies keuzes te maken. En die keuze is als het aan LTO Noord ligt niet om nog meer buffergebieden aan te leggen, waarin het beheerplan wel op wordt gehint.
De teleurstelling van Visser zit ook in hoe het proces vanuit de provincie Drenthe is verlopen. „Er is één overleg geweest met bestuurders van LTO Noord. We hebben toen zowel van de Drentse als Friese kant van het gebied bestuurders laten aanschuiven. Naar aanleiding van die bijeenkomst hebben we in februari een zienswijze gestuurd. Daar is bijna niets mee gedaan.”
Friese landbouworganisaties gepasseerd
Waar LTO Noord nog één keer kon meepraten, steekt het FDF Friesland dat ze helemaal niet zijn uitgenodigd. Secretaris Cees de Boer: „Binnen de Friese provinciale commissie landelijk gebied is het idee omarmt, dat landbouw zou meepraten bij dit soort beheerplannen. De provinciale vertegenwoordigers van de landbouworganisaties in Friesland hebben geen uitnodiging ontvangen. En nu ligt er opeens een plan, zonder dat wij er van weten. Provincie en Natuurmonumenten zouden zich moeten opstellen als een goede buur, maar het is een onderonsje tussen ambtenaren en TBO geworden.”
Inhoudelijk deelt FDF de kritiek van LTO Noord. „De provincie wil bovenop een heuvel hoogveen ontwikkelen, waarbij het lastig is om het water goed vast te houden. En ondertussen geven ze stikstofdepositie de schuld. Ook lijken er maatregelen nodig op landbouwgrond voor wilde zwanen. Dat is de opmaat naar een beleid zoals we nu bij ganzen zien. En ik zie dat er veel geld gaat naar nieuwe projecten, terwijl de bestaande natuur slecht wordt beheerd. Wat ons betreft moet de focus veel meer op het huidige beheer.”
Friese politiek
Ook de Friese politiek is kritisch op het gepresenteerde conceptbeheerplan, waarbij provincie Drenthe duidelijk de leiding had. Statenlid Attje Meekma van het CDA vindt het ‘conceptbeheerplan heel ver gaan’. „Natuurherstel door het opknappen van de kades kan iedereen toejuichen. Water vasthouden is ook de meest voor de hand liggende oplossing om weer groei van hoogveen te krijgen. En die trend lijkt volgens de vegetatiekarteringen van 2020 goed te zijn ingezet. Maar dat de provincies vervolgens zelf ook nog nieuwe restricties willen vastleggen voor de agrarische bedrijven in de omgeving, is mijns inziens niet uit te leggen. Daadwerkelijk natuurherstel moet juist ruimte geven, in ieder geval voor bestaand gebruik. Je wilt toch geen tweede PAS-affaire creëren?”
Statenland Harm Wiegersma van BBB Friesland neemt wat fellere bewoordingen in de mond. „Dit concept beheerplan leest als een schertsproces waarbij de landbouw hoe dan ook schuldig moet worden bevonden. Vrijwel alle maatregelen die vanuit het beheerplan onderzocht en genomen worden, hebben grote consequenties voor de omliggende landbouw. Terwijl nergens wordt onderbouwd dat die maatregelen ook daadwerkelijk gaan zorgen voor doelbereik. De gevolgen voor de landbouw zijn groot, er wordt weer een enorme claim gelegd op omliggende landbouwgrond. Daarbij gaat men eraan voorbij dat dit het eigendom is van boeren die er voor hun bestaan van afhankelijk zijn.”
Wiegersma hekelt het afschaffen van bestaand gebruik en dat boeren zelf moeten beoordelen of ze een vergunning nodig hebben. BBB vindt dat de provincies zelf beter hun huiswerk moeten doen. „Hoe kan een ondernemer weten of iets toegestaan is als de overheid die erop toe moet zien en over de vergunningverlening gaat het zelf niet eens weet?”
Wilde zwaan
Ook pleit Wiegersma ervoor om eerst het kadeherstelproject af te ronden en af te wachten hoe de natuur daar op reageert, in plaats van nu al weer nieuwe maatregelen te treffen. „Uit de vegetatiekarteringen blijkt dat er sprake is van herstel van de natuur, gewenste vegetatietypes nemen toe en gebieden die in slechte staat zijn nemen af. Zolang het gebied zich volgens een positieve trend ontwikkeld is monitoren, onderhouden en beheren genoeg.”
De BBB’er plaatst ook vraagtekens bij het laten staan van voedergewassen voor de wilde zwaan op landbouwgrond. De aantallen wilde zwaan nemen in het noorden van de provincie volgens hem sterk toe. „Ze willen alleen niet in het Fochteloërveen zitten. Mogelijk komt het door verstoring maar daarvoor ontbreekt de kennis. Toch wordt voorgesteld foerageergebieden in te stellen. Bieten en aardappelen moeten dan op de akkers blijven staan. Met hoge maatschappelijke kosten als gevolg en terwijl voedselzekerheid onder druk staat.”
Tegenstrijdige doelen
Tenslotte benoemd Wiegersma ook de tegenstrijdige doelen. „Herstel van het hoogveen is slecht nieuws voor verschillende planten en dieren die er voorkomen. De geoorde fuut, de witsnuitlibel, de wintertaling, de porseleinhoen en het paapje zijn bijvoorbeeld soorten die zich minder thuis gaan voelen in het gebied als gevolg van de hydrologische maatregelen om het hoogveen te laten herstellen. Het zijn wel soorten waarvoor doelaantallen in het gebied zijn vastgesteld. Die in het geval van de wintertaling en porseleinhoen nu al niet gehaald worden. Doelen die tegenstrijdig zijn, zijn niet reëel. Die horen aangepast te worden, maar worden nu misbruikt om te roepen dat het slecht gaat, zodat meer maatregelen afgedwongen kunnen worden.”