Rijksvastgoedbedrijf zet 130 pachthoeves in de verkoop

Deze 130 hoeves liggen voornamelijk in Flevoland en zijn sinds 2021 in het bezit van het RVB. De afgelopen jaren is geïnvesteerd in onderhoud van de panden. Na het wegwerken van het achterstallig onderhoud van de meeste hoeves zijn ze nu in verkoopbare staat, meldt RVB. ‘Wanneer de agrariër aangeeft de hoeve te willen kopen en aan de voorwaarden voldoet, zal het RVB meewerken aan de verkoop’, vertelt Eelco Terpstra, sectiehoofd Agrarisch Gebruik bij het RVB.

Voorwaarden

Deze voorwaarden zijn dat de desbetreffende boer zelf het bedrijf runt, een opvolger heeft die ook medepachter is of anders nog minimaal twintig jaar zelf blijft boeren om een hoeve te kunnen kopen. Als dit niet het geval is, dan eindigt de overeenkomst wanneer de pachter stopt met zijn bedrijf en vertrekt. Bij boeren met opvolgers die grond en hoeve in pacht hebben, gaat de pachtovereenkomst automatisch over op de opvolgers. Deze panden komen dus niet op korte termijn vrij om in te kunnen zetten als compensatiebedrijf. ‘Voor zowel de boer als het RVB is het gunstiger wanneer de boer de hoeve kan kopen voor toekomstige generaties,’ voegt Terpstra toe.

Als de pachthoeve een rol gaat spelen binnen een ontwikkeling in een bepaald gebied, dan is het niet mogelijk om zo'n gebouw te kopen.

Niet alle hoeves in de verkoop

Het Rijksvastgoedbedrijf zal niet alle pachthoeves in de verkoop zetten. In verband met toekomstige gebiedsontwikkelingen zal het RVB een deel van de panden in eigen bezit houden. Daarnaast zijn een deel van de pachthoeves nodig als compensatiebedrijven. Terpstra: ‘We houden zo’n veertig pachthoeves in bezit. Wanneer we bijvoorbeeld de woningbouw in Oosterwold (Almere) willen uitbreiden, dan kunnen we de boeren die daar pachten op een andere locatie een pachthoeve aanbieden.’

Op verzoek van LTO

Onder meer LTO Noord heeft het RVB meerdere keren gevraagd of de pachthoeves verkocht kunnen worden aan de zittende pachters. De gedachte hierachter is dat agrarische bedrijven in eigendom vaak een betere financieringspositie hebben om hun bedrijf te kunnen doorontwikkelen. Voor de hoeves die verkocht kunnen worden, hebben de zittende pachtboeren dan ook de mogelijkheid deze te kopen. Terpstra: ‘We komen de pachters hiermee tegemoet. En wanneer ze hun hoeve niet willen kopen, blijft de pacht doorlopen. Dan blijft het RVB eigenaar en blijven wij het onderhoud doen.

'Belangrijke doorbraak'

LTO Noord noemt het besluit van het Rijksvastgoedbedrijf 'een belangrijke doorbraak, mede dankzij jarenlange inzet van de Werkgroep Pacht van de Flevolandse regionale afdeling en voortdurende druk vanuit LTO richting het RVB. 'LTO Noord heeft zich altijd hardgemaakt voor de verkoop van pachthoeves aan zittende gebruikers, omdat eigendom agrarisch ondernemers meer ruimte biedt om te investeren in hun bedrijf en toekomstbestendigheid. Dat het RVB nu overgaat tot daadwerkelijke verkoop, is een belangrijke stap vooruit voor boeren die willen verduurzamen of een opvolger klaar hebben staan.'

LTO Noord volgt het verkoopproces nauwgezet en blijft in gesprek met het RVB over de uitwerking.