Bladschimmels in bieten: blijf waarnemen en wissel middelen af

Bladvlekkenziekten
Er was veel belangstelling voor de proeven met bladschimmelbestrijding in Valthermond. Net als op het collega PPO-proefbedrijf Vredepeel (Limburg) waren op de Drentse dalgrond twee bladvlekkenproeven uitgezet. In de proeven werden vijf nieuwe middelen in zes schema’s (vroeg en laat) beproefd, die mogelijk in seizoen 2019 toegepast mogen worden.
In bieten komen verschillende soorten bladvlekkenziekten voor. Een vervelende schimmel is stemphylium, die ook gezonde bieten aantast en voor opkomst derving veroorzaakt. Andere schimmels zoals cercospora, ramularia en roest tasten niet zo snel goed groeiende bieten aan, maar slaan hun slag bij een groeistoornis zoals structuurschade, droogte of een tekort aan bemesting.
Goede diagnose
Zoals bekend geeft IRS vanaf eind juni op gezette tijden bladschimmelwaarschuwingen. Het zijn regionale waarnemingen, dieper gebied worden weergegeven op een kaart. Als een bepaald gebied rood is, geldt voor dat gebied een waarschuwing. IRS geeft dan een spuitadvies voor deze regio.
“Het gaat om een waarschuwing per regio, maar het blijkt dat er verschillen zijn per bedrijf en per perceel”, stelt Van Campen. Er kan verschil zijn in de mate van aantasting, maar ook in het soort bladschimmel dat zich laat zien. Dit kan komen door onderlinge verschillen tussen de gebruikte rassen, wisselende weersomstandigheden, verschillen tussen percelen en ook door de ‘rotatiedruk’. “Het maakt nogal wat uit of je een 1-op-9 rotatie hebt, of een 1-op-3 rotatie”, zegt de adviseur. Een perceel waar intensief bieten worden geteeld, kent vaak een eigen historie van (hoge) ziektedruk.
De schadedrempel ligt in Nederland voor alle bladschimmels in suikerbieten bij het waarnemen van de eerste vlekjes of aantasting. Goed waarnemen en herkennen van de schimmels is essentieel voor een goede bestrijding. “Het is zaak om per perceel te kijken: wat heb je en welk middel is het meest geschikt.”
Nieuwe middelen
In de Nederlandse suiker bietenteelt zijn voor de vroege levering veelal 2 bespuitingen nodig, terwijl voor de latere levering 3 bespuitingen noodzakelijk zijn. Om een grotere keuzemogelijkheid te hebben, zijn op de beide PPO-proefboerderijen dit jaar een aantal nieuwe middelen getest.
“Zowel in Nederland als in andere landen zie ik dat nog te veel van dezelfde middelen worden gebruikt”, zegt Olaf van Campen. “Daardoor kan het probleem van bladvlekkenziekte in suikerbieten groter worden.”
Helemaal uit den boze is volgens de adviseur om middelen vaker achter elkaar te gebruiken. “Het is misschien wel handig om het restant van een vorige bespuiting op te maken, maar dat moet worden afgeraden. Want dan zie je in de spuitschema’s 10 tot 20 procent meer aantasting, dan wanneer we de producten afwisselen.”
De resultaten met de nieuwe middelen, die onder code werden toegepast, waren in Valthermond wisselend. “Er waren best leuke producten bij die een goed resultaat laten zien, maar ook producten die het niet redden”, aldus Olaf van Campen. Hij zegt te hopen dat één of twee van die middelen in 2019 beschikbaar zijn, als welkome aanvulling op het vijftal middelen dat nu toegepast wordt. “We moeten zuinig zijn met de middelen die beschikbaar zijn en ik zal blij zijn als er in 2019 tenminste één nieuw product bij komt.”
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: Olaf van Campen