‘Geld liever in juridische procedure dan nieuwe geurmaatregelen’
In dagblad Trouw geeft POV-voorzitter Ingrid Jansen uitleg over de ontstane luchtwasserproblematiek. Deze zomer trok het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) de verleende milieustempel voor de biologische wasser en de combiwasser weer in. Jansen schetst eerst de situatie vijftien jaar geleden. „Als je bij mooi zonnig weer over het platteland fietste, ontkwam je niet aan de penetrante geur van varkensstallen”, vertelt Jansen. Volgens haar is deze geuroverlast nu een stuk minder doordat paal en perk is gesteld aan de uitstoot ervan. „Veruit de meeste varkensstallen zijn al jaren voorzien van een luchtwasser, die de uitgaande stallucht zoveel mogelijk ontdoet van geur, ammoniak en fijnstof. Denk niet dat varkensboeren de mogelijkheid hadden op internet een goedkoop modelletje te shoppen. Geen denken aan, de Rijksoverheid eiste dat de boeren investeerden in een betrouwbare en robuuste luchtwasser, voorzien van een milieustempel dat er door het toenmalig milieuministerie zelf was opgezet. Een investering van al gauw 100.000 euro voor een familiebedrijf. Deze zomer trok het ministerie van I&W haar eigen milieustempel voor twee veelgebruikte typen luchtwassers, de biologische wasser en de combiwasser, weer in. Volgens I&W-staatssecretaris Stientje van Veldhoven werken de luchtwassers maar half zo goed tegen geur als men had gedacht. Van Veldhoven verwijst daarbij naar een steekproef van Wageningen University, die de geuruitstoot van 48 luchtwassers had nagemeten.”
Verbijsterd
Volgens Jansen zijn de varkensboeren verbijsterd, verwijzend naar het voortraject. „Wie denkt dat het ministerie zijn milieustempels destijds lukraak op de wassers heeft gezet, heeft het mis. Een luchtwasser krijgt pas een milieustempel na een uitgebreid toelatingsexamen. Daarin wordt de wasser minimaal een heel jaar lang doorgemeten. Het apparaat moet immers goed functioneren onder alle omstandigheden: op warme en koude dagen, bij vorst en regen, bij veel en weinig wind. De metingen zijn gedaan door een instituut dat het ministerie zelf heeft uitgekozen, en doorgemeten op een wijze die door het ministerie zelf is vastgesteld. Alleen de factuur voor dit onderzoek, zo'n 200.000 tot 500.000 euro per type en merk luchtwasser, was voor de leverancier en daarmee voor de varkenssector. Je zou mogen verwachten dat boeren toch wel enige waarde mogen hechten aan het milieustempel van de overheid. Maar dat blijkt niet het geval; de overheid kan dat op elk moment weer intrekken, zoals deze zomer bleek.
Groot raadsel
Waarom de luchtwassers destijds met glans slaagden voor het toelatingsexamen van het ministerie, en het vervolgens in de steekproef van Wageningen UR laten afweten, is volgens Ingrid Jansen een groot raadsel. „Een belangrijk verschil tussen beide onderzoeken is er wel. Bij het toelatingsexamen werden de geurmetingen uitgevoerd door een Duits geurlaboratorium. In de WUR-steekproef betrof het een Nederlands laboratorium. Beide laboratoria gebruikten dezelfde onderzoeksmethode: met de menselijke neus werden de geurconcentraties vastgesteld. Is de Nederlandse neus zoveel gevoeliger voor geur van het boerenbedrijf dan de Duitse? Of speelt er wat anders? Staatssecretaris Van Veldhoven wilde de uitkomsten van dit onderzoek niet afwachten.”
Ramp
Jansen legt de lezer uit dat het voor boeren een ramp is nu hun luchtwassers van de ene op de andere dag voor veel lagere rendementen worden aangeslagen in de wetgeving. „Met één pennestreek is de geuruitstoot van hun bedrijf verdubbeld.” Ze vraagt zich hardop af of de fietsers over het platteland dit deze zomer hebben gemerkt.
Nieuwe investeringen
Tot slot legt Jansen de lezers de gevolgen voor de individuele varkenshouder uit. „Boeren zullen nieuwe investeringen moeten doen om alsnog de normen tegen geuroverlast te halen; hier geldt dat alleen investeringen waarop het milieustempel van de overheid rust zijn toegestaan. Voor een platteland zonder geuroverlast hebben boeren best wat over, maar er zijn grenzen. Geld kun je namelijk maar één keer uitgeven. In dit geval geven de boeren hun geld liever uit aan een juridische procedure tegen het wanbeleid van staatssecretaris Van Veldhoven, in plaats van aan nieuwe maatregelen tegen geuroverlast. Wij hopen dat de fietsers over het platteland daar begrip voor hebben.