Verlagingspercentage nacontrole loopt op naar 24 procent
Het verlagingspercentage in de nacontrole is bijzonder hoog; vorige week stond de teller op 21 procent. De keuringsdienst ziet een aantal verklaringen voor het relatief hoge verlagingspercentage in de nacontrole: luizenvluchten vroeg in het seizoen, te laat selecteren en droogte met als gevolg het slecht zichtbaar zijn van virus.
Het feit dat de noordelijke provincies nu slechter uit de bus komen is volgens de NAK waarschijnlijk een gevolg van de vroege luizenvluchten. Bij de eerste afklop in mei werden al virusoverbrengende bladluizen gevonden. In het noorden wordt relatief meer hoogwaardig pootgoed geteeld, waarvoor de lat voor virus veel hoger ligt: vondsten zullen dus eerder leiden tot klasseverlaging.
Volgend jaar 'nee' verkopen
De hoge verlagingspercentages baren de handel zorgen, ook al komen deze resultaten gezien het extreme jaar niet geheel onverwacht. Het is volgens Agrico en HZPC nog te vroeg om te bepalen of hierdoor de pootgoedvoorziening volgend jaar in de knel komt. Maar het kan gebeuren dat er door de vele klasseverlagingen volgend jaar te weinig pootgoed van een bepaald ras beschikbaar is, waardoor een handelshuis eerder 'nee' zal moeten verkopen. „In de grote rassen zal dat misschien meevallen, maar in de kleinere rassen kan dat een probleem worden”, zegt HZPC-directeur Gerard Backx.
De bemonstering voor de nacontrole verloopt goed en de achterstand ten opzichte van vorig jaar is nagenoeg ingelopen. De NAK heeft ongeveer 47 procent van de partijen bemonsterd en 31 procent van de partijen heeft een uitslag. De nacontrole had een achterstand opgelopen als gevolg van een vertraagde oogst vanwege de droogte deze zomer.