Aantal weidevogels in Flevoland blijft dalen
Ondanks dat boeren de nesten op hun percelen beschermen en vrijwilligers de legsels zoeken, zijn er steeds minder vogels op de landbouwpercelen te vinden. In 2018 telde de organisatie 681 nesten van weidevogels waaronder de kievit, scholekster, tureluur en grutto in de Noordoostpolder en Oostelijk Flevoland. Een jaar eerder werden 829 nesten gevonden en 10 jaar geleden ongeveer 1.500.
Intensief gebruik grasland
Landschapsbeheer Flevoland wijt de daling voor een groot gedeelte aan de grootschaligheid van de landbouw en intensief gebruik van gras- en maailand. Alles staat of valt met de beschikbaarheid van voedsel en een veilige, rustige broedplaats voor weidevogels, aldus de organisatie. „Het boerenland is te netjes”, zegt Jan Nagel, coördinator weidevogelbescherming bij Landschapsbeheer Flevoland. „Als er iets bloeit wordt dat direct weggeklepeld.”
Toename predatoren
Een andere oorzaak voor de daling van het aantal weidevogels is de toename van predatoren. Daardoor worden volgens Landschapsbeheer Flevoland te weinig kuikens groot en neemt de populatie langzamerhand af. „Er moet iets veranderen bij boeren”, vindt Nagel. „Het aanleggen van plas-dras en het verlaat maaien zou weidevogels meer ruimte kunnen bieden om succesvol te broeden.” De maatregelen die nu genomen worden in het kader van agrarisch natuurbeheer zijn volgens de landschapsorganisatie te marginaal om het biotoop te verbeteren voor weidevogels. Als het roer niet om gaat is het over 5 tot 10 jaar stil op het boerenland, aldus Landschapsbeheer Flevoland.
