Friese gemeenten willen pilots met ‘knuffelmolens’
Fryslân biedt op dit moment geen beleidsruimte voor dergelijke ontwikkelingen. Om ervaring op te doen met de kleine windmolens op agrarische erven is de steun van de provincie echter essentieel. De vijf gemeenten – Smallingerland, Ooststellingwerf, Opsterland, Weststellingwerf en Heerenveen – verwachten desalniettemin niet veel weerstand. Samen met Wetterskip Fryslân en de provincie werd namelijk in een eerder stadium al een onderzoek uitgevoerd.
Lokaal opwekken
Het bureau Bosch & van Rijn uit Utrecht nam de potentiële kansen en opbrengsten van kleine windturbines in Zuidoost-Friesland onder de loep. Uit het rapport komt naar voren dat windturbines met een regionale uitstraling een ‘positief rendement leveren en significant bij kunnen dragen aan de opgave van de regio om een deel van de toekomstige elektriciteitsbehoefte lokaal en duurzaam op te wekken’. De regio is bovendien geschikt omdat ‘dergelijke windturbines een beperkte landschappelijke impact hebben doordat het zicht eenvoudig ontnomen wordt door plaatselijke structuren zoals bebouwing of bomenrijen’. Het advies van de onderzoekers is pilots uit te voeren en de vijf Friese gemeenten volgen dit.
In Groningen is er meer ruimte voor dergelijke ontwikkelingen. Daar draaien bij verschillende agrariërs al stalen windturbines met houten wieken. Het rendement is naar tevredenheid. Bovendien worden de molens omarmd door de omgeving, omdat ze klein zijn en omdat de omwonenden in een project mee kunnen participeren.
Tekst: Martin de Vries
Beeld: Ellen Meinen