Ook melkvee rond Attero mag weer naar buiten
In het gebied ten zuidoosten van Attero, in de richting van Tiendeveen, zijn metingen uitgevoerd. Dit gebied is naar aanleiding van de resultaten opgedeeld in vier delen. De meest dichtbij gelegen grond is van Attero zelf, daar zal het gras op korte termijn worden gemaaid en vernietigd. Het tweede gebied is natuurgebied, hier wordt geen actie ondernomen. In een derde gebied, nabij natuurgebied, zijn twee ondernemers actief waarmee afspraken zijn gemaakt over het maaien en afvoeren van gras. In de rest van het gebied is ook geen actie nodig. ‘Het dioxinegehalte ligt op achtergrondniveau’, zo meldt LTO Noord.
Brand
In de nacht van 4 op 5 januari heeft een brand gewoed bij Attero. Toentertijd zijn er direct grasmonsters genomen door de Milieuongevallendienst (MOD) van het RIVM. Toen werden verhoogde concentraties dioxinen en dioxine-achtige PCB’s aangetroffen. In alle grasmonsters, inclusief die van het referentiepunt lagen de dioxinegehaltes boven de norm voor gras als veevoeder.
Vergelijking
De onderzoeksresultaten van het vervolgonderzoek op basis van de grasmonsters, die donderdag bekend werden gemaakt, zijn vergeleken met gehalten die vlak na de brand bij Attero zijn gemeten door MOD. Daaruit blijkt dat de dioxinen en dioxine-achtige PCB-gehalten in de gras in de afgelopen vijf weken (na de brand) substantieel zijn afgenomen. In totaal zijn 37 grasmonsters genomen. ‘Deze gaven voldoende inzicht in de omvang van het effectgebied, er was geen reden om nog meer grasmonsters uit een groter gebied te analyseren.’
Het vervolgonderzoek naar de dioxinen is uitgevoerd door Wageningen Plant Research, in opdracht van Attero. De opzet en uitvoering is in samenspraak met LTO Noord vastgesteld.