Living Lab Fryslan organiseert masterclass melkkwaliteit
Van Stralen: 'Sluit melkstromen op basis van samenstelling niet uit'
Living Lab Fryslân organiseerde donderdag op de Dairy Campus in Leeuwarden een masterclass over melkkwaliteit in relatie tot natuurinclusieve landbouw. Wat is het effect van bedrijfsvoering en rantsoen op de melksamenstelling? Wiebren van Stralen gaf zijn visie vanuit de zuivelcoöperatie op het thema duurzaamheid. Hij denkt dat het nieuwe kwaliteitsprogramma Foqus Planet – met basiseisen voor algemene hygiëne, kwaliteit en veiligheid van melk, voer en water en diergezondheid en - welzijn - de nieuwe standaard wordt. „De markt is al zover dat die gezondheid en samenstellingen in de melk willen linken aan wat de boer doet. Aan ons als FrieslandCampina wordt gevraagd: Wat kun je bieden in de melk”, stelt hij.
Kwaliteit
De consument stelt eisen op gebied van duurzaamheid, nutriënten en het moet puur natuur zijn. „Dat betekent dat we steeds meer naar melkkwaliteit en componenten moeten kijken. Op dit moment komt er echter maar één type melk bij ons binnen. Gehomogeniseerd en gepasteuriseerd.” Van Straalen voorspelt dat er mogelijk verschillende melkstromen komen op basis van de componenten, die in de melk van de individuele melkveehouder aanwezig zijn.
Vetzuur
Professor Marije Strikwold van Van Hall Larenstein doet onderzoek melkkwaliteit in relatie tot weidegang en rantsoensamenstelling. Van weidegang is bekend dat er meer vetzuren terug in de melk komen. FrieslandCampina meet daarom ook op vetzuurprofielen. „De crux zit in het verklaren waardoor bepaalde zaken ontstaan. Welk kruid zorgt voor welk stofje? Is het stofje in de melk voldoende aanwezig om effect te hebben op de gezondheid van mens en koe? En wat gebeurt er in de pens?”
Grasland
Van Hall Larenstein heeft momenteel een pilotproject lopen, waarbij gekeken wordt naar de relatie tussen samenstelling van het grasland en componenten in de melk. Toch merkt zij wel op dat ieder bedrijf verschillen zijn. Grondsoort, weidegang, wijze van voederen. Het zijn allemaal invloeden, die van belang kunnen zijn op de aanwezigheid van bio-actieve stoffen. „Daarom moet er een integrale aanpak komen. Alle gegevens maken het voor de individuele boer alleen maar complexer. Die heeft echter wel handvatten nodig.”
Verandering
Programmaleider Theun Vellinga van Living Lab Fryslân ziet een groeiende interesse voor natuurinclusieve landbouw. Wat de verandering in de bedrijfsvoering doet met de samenstelling van de melk en hoe daar een goede boterham mee kan worden verdiend, leeft onder melkveehouders. „Het is interessant om te weten wat het verschil in melk is van boeren die een natuurinclusieve bedrijfsvoering voeren in tegenstelling tot boeren die actief zijn met de gangbare landbouw. Een meerwaarde in de samenstelling van de melk is voor de markt goed verkoopbaar. Daarom is meer onderzoek hiernaar essentieel om vervolgens tot een gunstig verdienmodel voor de boer te komen.”
Tekst: Martin de Vries
Beeld: Susan Rexwinkel