Vogelvrij
Column: 'Op weg met nieuw perspectief'
Een paar voorbeelden daar van zijn:
- Minder gebruik van kunstmest, meer gebruik van dierlijke mest. Dat is goed voor klimaat, bodem en financieel. Wel moet worden gezegd dat dit niet voor alle teelten opgaat, maar in algemene zin is het een goede stap.
- Meer aandacht voor de bodem, bodemkwaliteit en koolstofvastlegging in de bodem. Eindelijk is er weer begrip vanuit Den Haag dat de bodem voor de grondgebonden teelten de basis is waar alles uiteindelijk uit voortkomt.
- Verbetering positie van de boer en tuinder in de keten en meer ruimte om iets aan prijsvorming te doen via producentenorganisaties. Dat kan ook positief uitpakken als boeren dat zelf slim weten te organiseren.
- Het tegengaan van voedselverspilling. Dit is ook een goed punt om de veganisten klimaatvriendelijker te maken. Uit internationale studies blijkt dat er van voedsel tussen de 20 en 65 procent verloren gaat tijdens oogst/winning/vangst, transport en verwerking en consumptie. De 20 procent staat bij vlees- en zuivelproducten en de 65 procent bij groenten en fruit. Dat geeft meteen een andere kijk op de zogenaamde klimaatvriendelijke veganisten. Dat voedselverlies wordt helaas nog niet in de klimaat footprint meegerekend. Zouden ze dat wel doen, dan wordt een dagje geen vlees of zuivel plots heel wat minder gunstig voor het klimaat en de kringloop.
Gebreken
Wat tekort schiet bij de uitwerking van Schouten's visie is de internationale en economische dimensie, maar ook de beperkte kijk op de rol van de supermarkten. De Nederlandse retail verwerkt en verhandelt van de belangrijke producten suiker, aardappelen, vlees en zuivel tussen de 15 en 30 procent. Voor het overgrote deel gaan producten de grens over of worden ze als ingrediënt gebruikt in een samengesteld product. Dan wordt het moeilijk om te bepalen welk ingrediënt welk prijs effect heeft op het boereninkomen en de rol van de retail. Kringlooplandbouw en natuurinclusief zijn aardige begrippen voor stadse bevolking in Nederland, maar om dan de kringloop centraal te stellen voor alleen de Nederlandse landbouw is wel heel erg beperkt in hokjes denken.
Weinig internationaal
De Nederlandse land- en tuinbouw vormen een onlosmakelijk geheel met onze sterke internationaal georiënteerde economie. De Nederlandse boer moet werken met een regionale kringloop. Waarom niet Schiphol, waar de Staat der Nederlanden zelf grootaandeelhouder van is, KLM of de Rotterdamse en Amsterdamse havens alleen in een regionale natuurinclusieve kringloop? Of Shell, Unilever, Arcelormittal (Hoogovens) of de autoindustrie en DAF?
Het lijkt er sterk op dat onvoldoende nagedacht is over de plaats en de rol van kringlooplandbouw in de internationale omgeving en markten en daarbij dan de effecten op het boeren- en tuinderinkomen. De uitwerking van de visie is vooral dicht bij het Haagse en Randstedelijke wensenpakket gebleven. Het internationale perspectief, dat zeer cruciale perspectief, dat ontbreekt in de visie van de minister.
Tekst: Jan Cees Vogelaar
Beeld: Ellen Meinen