Friese fracties zeer kritisch over mogelijke definitieve geitenstop
Zo wil Partij van de Arbeid bij monde van Lilianne van den Broek weten of het mogelijk is om een uitzondering te maken binnen de verordening. „Eén van de belangrijke redenen van de tijdelijke stop is het voorkomen van het waterbedeffect. Voorkomen dat bedrijven elders in het land naar Friesland zouden komen als hier nog wel gevestigd mocht worden”, zo stelt het Statenlid. „ Maar dat zegt niets over bestaande bedrijven. En ik vroeg me af: is het niet mogelijk om in dat verbod een onderscheid te maken tussen nieuwvestiging en bestaande bedrijven zie zouden willen uitbreiden. En is het ook niet mogelijk om een differentiatie aan te brengen tussen bijvoorbeeld kleinschalige bedrijven en grootschalige bedrijven in die verordening?” Op het moment zijn er in Friesland ongeveer vijf bedrijven die overwegen om uit te breiden.
Longontsteking
Gedeputeerde Johannes Kramer gaat daar niet in mee. „Wij hebben de GGD om advies gevraagd en die GGD maakt een heel simpel en duidelijk advies, dat geldt voor nieuwvestiging én uitbreiding. Van den Broek is kritisch over het antwoord van de gedeputeerde. Zij stelt dat bij uitbreiding van bestaande bedrijven het aantal mensen dat binnen een straal van 2 kilometer van een geitenbedrijf woont – een gebied waarin mensen verhoogde kans op longontsteking zouden hebben – niet groter wordt. „Die groep wordt alleen groter als er meer bedrijven komen.” Kramer: „Maar de mensen die er al wonen, die lopen het risico wel”, zo pareert de gedeputeerde de opmerking van het PvdA-Statenlid. Van den Broek blijft echter bij haar vraag en wil van de gedeputeerde weten wat de juridische mogelijkheden zijn om onderscheid te maken binnen de verordening.
Maximaal aantal dieren
Naast PvdA is ook CDA kritisch over de stop. „Over de beredenering van meneer Kramer, nou daar moet ik nog even een nachtje over slapen”, aldus Statenlid Maaike Prins over het antwoord dat Kramer gaf op Van den Broek. Prins wil weten van de gedeputeerde of het mogelijk is dat er wordt gekeken naar een maximum aantal dieren per bedrijf, in plaats van een algeheel verbod. „Ik ben niet ongenegen om daar naar te kijken”, antwoordde Kramer. „Maar ik moet wel reëel zijn. In die zin dat het advies van de GGD het advies is.” Kramer besluit: „Ik wil er de komende weken nog wel naar kijken, maar je ziet mijn worsteling.”
PVV vindt de geitenstop in zijn totaliteit overbodig. „Deze stop is gebaseerd op een situatie in andere provincies. Er is geen causaal verband tussen geitenhouderijen en mensen met longontsteking. We moeten niet op voorhand stoppen met de geitenhouderij”, aldus Statenlid Harrie Graansma.