Eerste ultravroege maïs geoogst in Noord-Nederland
De zogenoemde ‘125 dagen-maïs’ op de proefboerderij van Wageningen UR, was gezaaid op 30 april en is geoogst bij een drogestofgehalte van 35 procent droge stof.
Naast de proef met ultravroege maïsrassen, ligt op Kooyenburg ook een proef met ultravroege rassen met een groeiduur van 140 dagen. Deze maïs heeft gemidddeld wat meer opbrengst dan de 125 dagen-variant. Deze maïs zal rond 15 september geoogst worden.
Wageningen UR voert de proeven uit om de mogelijkheden te verkennen voor maïsteelt in gebieden waar de maïs normaliter wat later rijp is. Door het toepassen deze rassen is het mogelijk om ruim voor 1 oktober een groenbemester in te zaaien. Met een geslaagde groenbemester wordt volgens de onderzoekers niet alleen stikstof gebonden, maar is er ook sprake van een positieve organische stof balans. „Dit is positief voor de structuur en de vocht- en nutriëntenvoorziening. Dit zorgt in de toekomst voor betere groeiomstandigheden en hogere opbrengsten”, stelt onderzoeker Jos Groten.
Opbrengst gecompenseerd
De onderzoeker geeft toe dat de opbrengst van de extreem vroeg maïsrassen lager ligt dan de gangbare rassen. Toch ziet hij mogelijk perspectief voor ultravroege maïs. „Door de betere bodemkwaliteit zal dit op termijn worden gecompenseerd.”