Friese proef met strokenteelt: 'Bodemverdichting vraagt om duurzame maïsteelt'
Het project ‘Bodemverdichting Fryslân’ moet de bewustwording over de problematiek vergroten. Loonwerkers en melkveehouders krijgen handvatten toegereikt voor het oplossen van bestaande en voorkomen van dreigende bodemverdichting. De koppeling met het management is volgens projectpartners LTO Noord, Van Hall Larenstein en Cumela Nederland lastig. „De samenwerking tussen loonwerkers en agrariërs is de sleutel om verder te komen. Voor de melkveehouderij is maïs in het rantsoen van belang. We zijn op zoek naar een duurzame manier om dat de produceren”, licht Gerben Zijlstra toe. Hij is beleidsmedewerker bodem bij Cumela Nederland.
Balans
Maïs in stroken is bij eerdere proeven in het veenweidegebied al als een interessant alternatief naar voren gekomen. Ook als het gaat om bodemverdichting is strokenteelt een optie, blijkt uit de proeven bij melkveehouder Jolmer de Vries uit It Heideskip. „Je zoekt een balans en ziet dat je op deze wijze de structuur in de bodem behoudt”, legt De Vries uit.
De helft van een maïsperceel in It Heidenskip is op de reguliere manier geploegd. Op de andere helft is strokenteelt toegepast, waarbij zoden gras tussen de stroken zijn blijven staan. „Voor ons is de winst dat je in de herfst langer door kunt rijden. Door de droogte blijkt het voordeel nu nog niet, maar wij verwachten uiteindelijk dat strokenteelt goedkoper is dan de traditionele wijze met ploegen.”
Voederwaarde
De verwachting is dat in een nat seizoen de verschillen ten gunste van strokenteelt het grootst zijn. Met name met het oog op draagkracht. Uit de proeven blijkt dat de maïsplant op reguliere wijze hoger is, maar minder diepe wortels heeft. Hierdoor is de plant gevoeliger voor wind. Ondanks dat de plant met strokenteelt kleiner is, is de kolf wel groter. Door de diepere wortels is de voedingsopname beter. Dit levert naar verwachting weer een plus op in voederwaarde. „Interessant is nu, ondanks dat we nu een droog naseizoen hebben, wat de verhoudingen in de kuil zijn.”
„Van bodemverdichting is sprake als er geen lucht door compactie is. Deze storende lagen kunnen er van nature zijn, maar dat kan ook door ‘mismanagement’ komen”, legt bodemkundige Everhard van Essen van Aequator Groen&Ruimte uit. „Veel factoren die bodemverdichting kunnen veroorzaken hebben een relatie met het management. Toch is het lastig om de exacte link te leggen. Vooral de intensiteit, laat het land op en niet weiden zijn voor ons indicatoren. Een biologische werkwijze en de inzet van sleepslang blijken een positief effect te hebben.” Opbrengstvermindering, slechtere benutting van nutriënten, verminderde draagkracht en een afnemend waterbergend vermogen zijn gevolgen. „En wat moet je doen? Als bodemkundige is er eigenlijk maar één tip en dat is niets doen.”
„Het voorkomen en oplossen van verdichting blijft maatwerk en vraagt om afstemming tussen agrariër en loonwerker”, aldus regiobestuurder Tineke de Vries van LTO Noord Friesland.
Tekst: Martin de Vries
Beeld: Susan Rexwinkel