Veehouder Wapserveen veroordeeld voor verwaarlozing runderen
Op het biologische bedrijf van de veehouder werd op 25 februari dit jaar door de NVWA een inspectie uitgevoerd. Tijdens de controle werd geconstateerd dat een groot aantal dieren ernstig vermagerd was en dat het kwaliteit van het voer onder de maat was, aldus de rechtbank.
Valsheid in geschrifte
Tijdens de controle werd ook een kalf met uitdrogingsverschijnselen opgemerkt. Volgens de rechtbank heeft de 53-jarige veehouder geen dierenarts geraadpleegd voor dit kalf. Een dag na de controle werd het kalf afgevoerd naar het slachthuis in Oldemarkt. Volgens de rechtbank was het kalf te verzwakt om zelfstandig de trailer uit te lopen. Het kalf werd afgekeurd voor menselijke consumptie.
De veehouder heeft bij het aanvoeren van het kalf de VoedselKetenInformatie (VKI) doorgegeven aan het slachthuis. Op de vraag of het rund 35 dagen voorafgaand aan de slacht ziek is geweest, heeft de veehouder uit Wapserveen volgens de rechtbank op het VKI-formulier ‘nee’ geantwoord. De veehouder heeft hiermee ‘valsheid in geschrifte’ gepleegd, stelt de rechtbank.
'Structureel probleem'
De rechtbank spreekt van een ‘structureel probleem’. Uit het bedrijfsgezondheidsplan was volgens de rechtbank ook op te maken dat er zorgen waren. Volgens de rechtbank houdt de veehouder zich niet aan de voorschriften en adviezen die de NVWA hem heeft gegeven. ‘In de gevolgen die het gebrek aan verzorging van de dieren heeft, lijkt de verdachte geen inzicht te hebben’, aldus de rechtbank. Dat neemt zij de veehouder kwalijk. De veehouder werd eerder al voor een soortgelijk feit veroordeeld.