Teun de Jong: Keerpunt?
In het afgelopen jaar is pijnlijk duidelijk geworden dat het in de wereld maar ook in Nederland ontbreekt aan een plan hoe we als mensdom ons verder willen en kunnen ontwikkelen. Er is in de afgelopen decennia veel bereikt wat de welvaart van velen heeft doen toenemen. Toch is ook het besef gekomen dat sturing nodig is om de keerzijde van de welvaartsgroei, in de vorm van verhoogde uitstoot van broeikasgassen, milieuvervuiling en de eindigheid van fossiele brandstoffen, aan te pakken. En dat terwijl er ook nog een groot gedeelte van de wereldbevolking in welvaart wil en moet groeien, met daarbij de boven geschetste problematieken.
De rode draad is dat we als mensdom, vooral in het welvarende deel van de wereld, op krediet leven van goedkope industriële productie in vooral Azië, het versneld opgebruiken van essentiële grondstoffen en het doorschuiven van de klimaat- en milieuproblematiek naar de volgende generaties. Tot zover de analyse die door een ieder wel gezien en in meer of mindere mate erkend wordt. Maar het draait om de oplossing hiervan, die niet louter door praatsessies, zeiltochtjes of klimaatmarsen te bereiken valt.
We kunnen constateren dat voor de oplossing een geïntegreerd wereldwijd beleid nodig is, wat niet enkel door de vrije markt kan worden ingevuld. Immers, ook met 'naming en shaming' zal er maar een kleine minderheid van de bevolking te porren zijn om koopkrachtvermindering voor lief te nemen voor een betere toekomst van onze wereld. Overheden hebben tot nu toe vaak maatregelen genomen die alleen de producenten dwingen tot aanpassingen. Heel veel van die voorbeelden zien we in de industrie en landbouw, waarbij bijvoorbeeld op het boerenerf stikstof-reducerende maatregelen werden afgekondigd en gewasbeschermingsmiddelen werden verboden.
Maar tegelijkertijd worden dezelfde productiewijze of de residuen na gebruik bij import wel getolereerd. Door dit ongelijke speelveld stijgt de kostprijs hier en verdwijnt productie naar de gebieden met de laagste standaard. De productie die hier dan wel overblijft op basis van de hoge milieu- en klimaatstandaarden moet opboksen tegen 'de laagste prijsgarantie' en zal derhalve nog krappere marges tegemoet zien.
Deze processen hebben zich in het verleden ook voorgedaan in de textiel- en schoenenindustrie, maar ook in bijvoorbeeld de productie van chemische gewasbeschermingsmiddelen en medicijnen. Al deze producten komen nu massaal uit de landen met lagere lonen en lagere productiestandaarden dan hier. Het gevolg hiervan is een grotere kwetsbaarheid voor de importlanden en nul winst voor milieu en klimaat.
De wereld verbeteren begint natuurlijk bij jezelf, maar overheden als de Europese Unie moeten spelregels vaststellen die zowel gelden voor de productie hier als in de landen die naar de EU willen exporteren. We hanteren deze stelregel wel voor bijvoorbeeld kinderarbeid en in wat mindere mate voor arbeidsomstandigheden. Het grote probleem is tot nu toe dat de hierboven genoemde eisen voor een gelijk speelveld niet zijn toegestaan in de vrijhandelsverdragen onder regie van de WTO. Maar nu de WTO zo'n beetje is opgeblazen door het Amerika van Trump biedt dat toch weer extra kansen voor akkoorden tussen de verschillende handelsblokken of landen.
Het toverwoord is dus de politieke wil om tot een integraal beleid te komen wat tot een duurzamere economie en samenleving moet leiden. Hierbij moet niet enkel de productiekant van de economie inspanningen leveren, maar moet ook de burger, in haar rol van consument van voedsel, vakanties en industriële producten, uit haar 'comfort-zone' komen.... Het aloude adagium van de Nederlandse Akkerbouw Vakbond 'Genoeg is Beter' komt hierbij nadrukkelijk naar voren en geldt voor meer dan alleen de landbouwproductie!
Teun de Jong,
voorzitter NAV
Tekst: Teun de Jong
Beeld: Teun de Jong