Column: Stikstof verminderen of natuur bemesten
Maar goed. Wat kunnen we nu met de kennis van Rotgers? In ieder geval moeten we eerst dieper kijken. Rotgers keek naar de kritische depositiewaarde die gekoppeld is aan de habitattypen die beschermd moeten worden in de Nederlandse Natura 2000-gebieden. Die depositiewaarden zijn dermate laag vastgesteld dat Nederland daar nooit aan kan voldoen. De vraag rijst dan hoe die vaststelling tot stand is gekomen.
Vraagtekens plaatsen
Schrik niet; net als bij het Aerius-model van het RIVM ligt er ook bij de kritische depositiewaarden een model en empirisch onderzoek aan ten grondslag. Dit empirisch onderzoek is op Europese schaal uitgevoerd en door Nederlandse deskundigen vertaald naar de habitattypen die wij hier in ons land beschermen. Ik ga ervan uit dat de betrokkenen op een deskundige manier aan het onderzoek hebben gewerkt en dat ze geen activistische bril op hadden.
Maar er is dus wel puur ecologisch gekeken. En empirisch onderzoek is een vorm van voorspellen. En die cijfers zijn een model in gegaan, waarvan we ook niet weten hoe dat in elkaar steekt. Vervolgens rollen er hele lage waardes voor de natuur uit. Daar mogen best wat vraagtekens bij geplaatst worden. Bovendien zullen we ook naar de haalbaarheid van die waardes moeten kijken, want onze samenleving is, ten opzichte van de natuur die we nu via beleid willen afdwingen, sterk veranderd.
Wurggreep of hulpmiddel?
Vanuit het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ecologen en politici horen we continu dat Nederland de kritische depositiewaardes flink overschrijdt. Daardoor lijkt het alsof we die waarden per se moeten halen, maar dat is helemaal niet zo. De depositiewaarden zijn een hulpmiddel in het beleid, maar nergens is vastgelegd dat de stikstof tot onder die grens moet dalen. Wel is vastgelegd dat we de natuur moeten verbeteren en habitattypen dienen te herstellen. Het mooie is: dat kan ook anders. Daar moet je als terreinbeheerder dan wel voor openstaan.
Kalk en zaadjes
Vorig jaar werd al duidelijk dat met het afplaggen van heide de mineralenverhoudingen in de bodem dermate worden verstoord, dat de gewenste vegetatie niet terugkomt. Of voor maar een beperkte periode. Voor de lange termijn is afplaggen dus geen oplossing. En deze week kreeg ik een analyse van bodemdeskundige Arjan Reijneveld onder ogen. Hij analyseerde bosgrond en kwam er zo achter dat bosbodems erg zuur zijn. Te zuur voor veel planten. In de landbouw strooien we kalk wanneer de bodem te zuur is. Een correctiemiddel. Het zou interessant zijn om dat correctiemiddel ook toe te passen in bossen en andere natuurterreinen die te zuur zijn. En als we dan toch strooien, kunnen we er gelijk wat zaadjes van planten bijdoen die in die gebieden moeten groeien. We zetten ook korhoenders en otters uit om ze in Nederland te houden. Wie weet verbetert de natuur dan veel sneller dan via het huidige beleid met een extreem grote focus op stikstof.