Column: Is de natuur ‘op sterven na dood’?
Hoe gaat het met jou? Een normale vraag die je zelf waarschijnlijk goed kunt beantwoorden. Hoe het gaat met de buurvrouw van tante Siep is wat lastiger te beantwoorden. Hoe het gaat met de natuur is nog veel moeilijker te beantwoorden. We roepen bijna allemaal in koor: „Niet best, op sterven na dood”. Ik durf het dan ook bijna niet op te schrijven, maar ik kan u vertellen dat het uitzonderlijk goed gaat met de natuur! Dit is door LNV gerapporteerd aan de Europese Unie (EU) middels een degelijk Europees systeem genaamd Standaard Data Formulier (SDF).
Het staat als volgt omschreven op de site van Wageningen Universiteit. ‘Voor de Natura 2000-gebieden in ons land dient een database van aanwezige soorten en habitattypen, en de bijdrage van Natura 2000-gebieden aan de instandhouding van deze soorten en habitattypen te worden ingediend in Brussel. Dit gebeurt door middel van het zogenaamde Standard Data Forms (SDF's) per gebied. (…) We hebben het over stikstofdepositie en sommige planten profiteren daarvan. Zeldzamere soorten, zoals heide, krijgen het juist moeilijk. Sommige natuurgebieden kunnen daardoor compleet veranderen. Want met de zeldzame planten verdwijnen ook dieren die daarvan leven. We zeggen dan dat de biodiversiteit (het aantal verschillende soorten planten en dieren) afneemt.’
‘Het komt door de stikstofdepositie’
Alles, maar dan ook alles heeft als oorzaak stikstofdepositie. Zelfs de achteruitgang van weidevogels wordt toegeschreven aan die depositie. Noem je dit tegenwoordig niet in je rapport, dan is er vast iets niet goed met je.
Maar wat nou als de rapportcijfers (SDF) van de natuur goed zijn, dus de vele stikstofgevoelige habitattypen een 10 krijgen? Is het dan nog steeds geoorloofd om de achteruitgang van bijvoorbeeld weidevogels toe te schrijven aan stikstofdepositie? Een kleine uitleg van het Europese systeem SDF is op zijn plaats om dit goed te kunnen begrijpen. De richtlijn van de EU verplicht ieder land er toe om dit systeem volgens zorgvuldig vastgestelde normen in te vullen. Zo vult ieder land op dezelfde manier en periodiek dit formulier in. Bij de aanwijzing van de gebieden is er een T-nul meting gemaakt, een inventarisatie van de habitattypen die voorkwamen op dat moment in de gebieden. Het zijn de belangrijke habitattypen die beschermd moeten worden. Het gaat om schade die stikstofdepostie in de natuur zou veroorzaken.
De Habitattypen zijn allemaal genummerd en deze worden beoordeeld op representativiteit, relatief oppervlak en behoudstatus. Hoe waarschijnlijk is het dat het habitattype standhoudt, verbetert of verslechtert. Ofwel wat is het effect van bijvoorbeeld stikstofdepositie en wat is de kansrijkdom van herstelmaatregelen? Vervolgens wordt volgens deze indeling een eindoordeel gemaakt.
Brabant en de Veluwe
De meest besproken provincie op dit moment is Brabant vanwege de stikstofdepositie. Het is de provincie met de grootste veedichtheid en ook een veel besproken ’kachel’ staat daar ‘biostroom’ te maken; de Amercentrale van RWE. Ook veel scheepvaart komt dwars door Brabant via Hollands diep.
Een groot natuurgebied daar is de Biesbosch met een oppervlakte van 9.640 hectare. Met stikstofgevoelige habitattypen. Dit kan dus nooit goed gaan; de Biesbosch is doodziek of op sterven na dood. Maar niets is minder waar want de Biesbosch heeft SDF-eindrapportcijfers van heb ik jou daar: A,A,B,A,A en A. Beter gaat het niet worden!
En hoe is het gesteld met de Veluwe, het grootste gebied van Nederland met een oppervlakte van 88.378 hectare? Hier moet wel slechte natuur tussen zitten want ook ecoloog Jansen van Wageningen Universiteit zegt dat de ‘kwetsbare Veluwe’ er slecht voor staat: ‘Het is dweilen met de kraan open’. De Stentor kopt op 16 februari 2020: ‘Oud eikenbos op de Veluwe dreigt te verdwijnen door stikstof’. Hier de SDF-rapportcijfers van de Veluwe: In 2004 waren hier twee habitattypen in klasse A (uitstekend). In 2019 waren dit er maar liefst 11 in klasse A. Dit is dus ruim vijf keer zo goed als in 2004.
Hoogste Ammoniak concentratie
Bennekom heeft de hoogste ammoniakconcentratie van Nederland (12,7 periode 2005 – 2018). Niet zo verwonderlijk want hier staan wel wat stalletjes met vee. Theoretisch zou dan hier ook de hoogste depositie zijn van Nederland en zouden stikstofgevoelige habitattypen hier geen enkele kans van slagen hebben. Binnenveld is hier een relatief klein Natura 2000-gebied. Ook hier maar even de feiten op een rijtje: er is hier één habitattype H6410 (Blauwgraslanden) die reden was om dit gebied aan te wijzen. U zult het niet geloven, maar dit zeer stikstofgevoelige type zit in klasse A (uitstekend) ingedeeld en ook de soorten in dit gebied gaan prima. Dit komt volgens kenners door uitzonderlijk goed beheer. Echter de ammoniak concentratie is ongewijzigd hoog (12,7). Bennekom ligt naast de Veluwe.
Er zijn aantoonbaar andere factoren van achteruitgang van bepaalde natuur. Heel natuurlijke oorzaken vaak. Het blijven hameren op uitsluitend stikstofdepositie is ook voor de natuur het meest schadelijk.
Tekst: René de Jong
Beeld: Susan Rexwinkel