Halve ton voor natuurvriendelijker teelt pootaardappelen
In het project gaan drie aardappeltelers in Groningen onder begeleiding van het instituut aan de slag met onder de natuurlijke beheersing van plagen, het ontwikkelen van een rustjaar voor de bodem en het verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De akkerbouwers gaan experimenteren met compostbemesting en gaan op percelen gedurende een jaar gewassen telen die de bodem verbeteren en goed zijn voor de biodiversiteit. Ook doen de pootgoedtelers proeven met natuurlijke middelen die de gewassen beschermen tegen plagen of schimmels. Het Louis Bolk Instituut monitort de effecten van deze maatregelen op onder meer opbrengst en biodiversiteit. De opgedane kennis uit het project wordt vervolgens gedeeld met de sector.
Bodemkwaliteit vermindert
Het project is volgens de provincie van belang omdat pootgoedtelers merken dat de bodemkwaliteit gestaag vermindert, de biodiversiteit achteruit gaat, een toenemende aantal ziektes en een groeiende maatschappelijke weerstand tegen het gebruik van kunstmest en gewasbeschermings-middelen. ‘Daarom voelen de telers pootaardappelen in Groningen de noodzaak om natuurvriendelijker te gaan produceren’, aldus de provincie.
Moeilijk om zelf proeven te doen
Volgens provincie Groningen is het voor pootgoedtelers moeilijk om zelf proeven te doen met het verduurzamen van de teelt. ‘Afnemers van pootaardappelen stellen zeer strenge eisen aan het product. Daarom is het voor telers lastig zelfstandig te experimenteren met een natuurvriendelijker manier van produceren’, laat de provincie weten.