Caring Farmers timmert aan de weg met commercial
De landelijke belangenbehartiger vertelt in de commercial die sinds afgelopen weekend te zien is, over het doel van de Caring Farmers. De boeren staan voor een natuurinclusieve kringlooplandbouw met als belangrijkste thema’s het herstellen van de biodiversiteit, het sluiten van de kringlopen door de ketens korter te maken en het verbeteren van het dierenwelzijn. ‘Geen externe input’ is een ander belangrijk aspect.
Geen chemicaliën
De belangenbehartiger wil een landbouw waarin de biodiversiteit ieder jaar toeneemt. Dus ieder jaar meer vogels, insecten en wormen. Iedere boer kan aanhaken, ongeacht de huidige status van zijn of haar land, en starten met de weg naar natuurinclusief. Caring Farmers zegt dat natuurinclusief boeren een hele omslag betekent. Welke machines zijn er, welke middelen gebruik je, hoe zit het met de kosten, omzet en afzet? De boeren wisselen kennis uit en staan open voor nieuwe ideeën. „We staan positief tegenover technologie, big data en privatisering, mits dit in dienst staat van het versterken van de natuurlijke processen. Voor ons zijn dit geen tegenpolen, maar twee technieken die goed samen kunnen werken.” Caring Farmers willen er naar toe werken om landbouw te bedrijven zonder gebruik van chemicaliën en kunstmest. Minder ploegen, de grond zoveel mogelijk bedekt laten en ‘betere’ mest gebruiken in combinatie met de best mogelijke gewasrotaties zijn methodes waarmee Caring Farmers aan de slag zijn.
Het hele dier
Wat betreft het dierenwelzijn, streeft de club minimaal naar een uitloop in de buitenlucht. Deze boeren kiezen voor rassen die niet zijn gefokt op de hoogste productie. De boeren vinden dat een dier gewoon dier hoort te zijn. „We passen niet het dier aan aan de omgeving. Ingrepen horen er dan ook niet bij.” Transport is volgens de Caring Farmers stressvol voor dieren en moet worden voorkomen. „En wij zetten ons in om het hele dier te gebruiken en verspilling te voorkomen.” Consumenten helpen de organisatie een luidere stem te hebben door de commercial te financieren, en zij nemen producten van hen af. In de omslag naar de kringloop laten de Caring Farmers zich bijstaan door wetenschappers en ketenpartners. Vanaf ruim voor de oprichting is er een aantal organisaties dat de boeren steunt. Dit zijn organisaties zoals het Louis Bolk Instituut, Caring Vets, de Dierenbescherming en Transitiecoalitie Voedsel.
Inmiddels is de website vijf dagen in de lucht en zijn 150 boeren aangesloten bij Caring Farmers. Ook gangbare boeren melden zich nu dagelijks aan. Op social media is de commercial reeds 120.000 keer gedeeld.
De cirkel rond
Annechien ten Have over hun varkens in het Groningse Beerta: „Onze varkens eten tarwe en lupine die we grotendeels zelf verbouwen. Ook krijgen ze broodmeel wat een reststroom is van brood uit de supermarkt. De mest verwerken we in de biogasinstallatie tot elektriciteit en de vergiste mest gaat weer terug naar het land als voeding voor de gewassen. De warmte, die bij het proces vrijkomt gebruiken we in onze stallen en ons woonhuis. We gebruiken onze eigen elektriciteit en wat over is leveren we aan het elektriciteitsnet.” Zo is de cirkel rond.
Beweging op gang
„De Caring Farmers bij wie ik ben aangesloten, organiseren inspirerende bijeenkomsten. Het is een beweging die een beweging op gang zal brengen. We hebben allemaal verschillende vertrekpunten, er zijn meer dan alleen boeren, ook wetenschappers en consumenten. Dit is wat mij betreft niet de zoveelste belangenbehartiger. Collegaboeren kunnen er altijd erbij en elkaar inspireren. Zo ben ik met de varkens misschien iets verder dan een ander, maar wat betreft akkerbouw ben ik net zover als de anderen. Het kán ook niet in één keer. Er zijn nog zoveel stappen te maken.” Maar ook met de varkens van Annechien ten Have is het nooit klaar; „We moeten nog een klein gedeelte van onze kraamhokken ombouwen naar een vrijloopkraamhok. Dat kunnen we doen als we meer vlees kunnen verkopen als Hamletz. Ondertussen blijven we het dierenwelzijn verbeteren en gaan we op kleine schaal testen doen met nieuwe vrijloopkraamhokken om te kijken of we een nog beter kraamhok voor de varkens kunnen maken.”