‘Ruim 63 procent van in Drenthe gevonden gewasbeschermingsmiddelen niet landbouw gerelateerd’
Bij een onderzoek in vier Natura 2000 gebieden in Drenthe zijn 31 verschillende bestrijdingsmiddelen, biociden en afbraakproducten gevonden door het burgerinitiatief Meten=Weten. Natuurmonumenten (opdrachtgever van het onderzoek) en Het Drentse Landschap geven aan geschrokken te zijn van deze resultaten. Uitkomst van de metingen in natuurgebieden is dat overal, ongeacht de afstand tot de omliggende landbouwgebieden, een cocktail van bestrijdingsmiddelen is aangetroffen.
Consumenten en industrie
In het rapport wordt met een grote beschuldigende vinger gewezen naar de landbouw, als zijnde de grote bron van de vervuilingen. Maar dat is onterecht, stelt Kiers. Hij heeft de lijst met gevonden middelen geanalyseerd en kan niet anders dan concluderen dat bijna 64 procent van de gevonden stoffen niet voortkomt uit de landbouw. Deze stoffen zijn afkomstig uit middelen die worden gebruikt door consumenten en de industrie.
Van de vier stoffen Difenyl, Difenylamine, Fenylfenol-2 en Deet zijn de hoogste waardes aangetroffen in de natuurgebieden. Maar deze vier stoffen worden niet gebruikt in de agrarische sector. „Bijvoorbeeld Deet is een biocide die wordt gebruikt in middelen tegen teken en muggen. Fenylfenol-2 is een biocide die wordt gebruikt als ontsmettingsmiddel in de industrie.” Antraquinon komt ook niet uit de landbouw, deze stof komt waarschijnlijk uit asfalt. Ook zijn er stoffen gevonden die van nature in planten voorkomen of die ontstaan bij natuurlijke verbrandingsprocessen.
„Maar de landbouw is niet de hoofdschuldige van deze vondsten, dat zijn wij burgers.”
Ook de wijze waarop is gerapporteerd, vindt hij verkeerd. „Normaal gesproken worden waardes gerapporteerd in milligram per kilo, hier is gerapporteerd in micogram per kilo. Hierdoor lijken de waardes een factor duizend hoger. Daarnaast zijn alle metingen verricht op drooggewicht, terwijl normaal met versgewicht wordt gemeten. De planten zijn dus ingedroogd, waardoor de metingen automatisch veel hoger uitkomen.” Als wel op de gebruikelijke wijze was gerapporteerd waren de gevonden waardes veel lager uitgevallen. „Ze kloppen het naar mijn idee bewust op.”
Maar wat hem diep raakt, is dat er met een zware beschuldigende vinger direct naar de landbouw wordt gewezen. „Vooropgesteld, gewasbeschermingsmiddelen mogen niet in de natuur worden gevonden, hoe klein de gevonden dosering dan ook is. Ze horen daar niet. Maar de landbouw is niet de hoofdschuldige van deze vondsten, dat zijn wij burgers. We laten allemaal onze sporen na in de natuur: we rijden auto, we gebruiken make-up, smeren ons in tegen muggen en voorzien onze honden van een vlooienband.” Zijn conclusie: „De schrijvers van het rapport moeten hun huiswerk opnieuw doen.”
Klakkeloos overgenomen
Wat hem ook steekt, is dat een organisatie als Natuurmonumenten maar ook algemene media als dagblad Trouw de conclusies zonder onderzoek of kritische vragen voor waar hebben aangenomen. „Ze hebben geen journalistiek gepleegd, ze hebben alles klakkeloos overgenomen. En dat stoort me mateloos.”