OM eist voorwaardelijke stillegging tegen twee rundveehouders wegens verwaarlozing

„Dieren op een boerenbedrijf zijn afhankelijk van mensen. Die hebben zich te houden aan de regels die gesteld zijn voor het houden van dieren. De dieren zijn dus niet onbeschermd", zei de officier.

Vervuilde ligplaatsen

De 66-jarige rundveehoudster uit Leeuwarden hield begin 2019 bijna honderd runderen. Volgens het OM blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) dat de stallen op het bedrijf waren vervuild met urine en mest en dat de dieren geen schone en droge ligplaatsen hadden. Daarnaast beschikte een aantal runderen niet over gezond voedsel. De Friese rundveehoudster heeft al eens een voorlopige maatregel gehad, waarin stond dat zij maar een beperkt aantal dieren mag houden.

Op het bedrijf van de 59-jarige Drentse rundveehouder hadden niet alle runderen schone en droge ligplaatsen. Dat constateerde de NVWA na onderzoek. Daarnaast was volgens de NVWA veel voer dat op het erf aanwezig was beschimmeld en verrot. Een groot aantal dieren was ‘ernstig vermagerd en verkeerde in slechte conditie’. Dit omdat dat de dieren volgens de NVWA niet konden beschikken over voldoende en goed voedsel. De man hield net als de rundveehoudster uit Friesland bijna honderd runderen. De NVWA heeft al tot twee keer toe tientallen runderen afgevoerd na het toepassen van bestuursdwang. Dit ingrijpen heeft er volgens het OM toe geleid dat de verdachte zijn bedrijf anders heeft ingericht en hulp heeft gevraagd. Hij houdt nu dertig stuks vleesrunderen.

Strafeis

Tegen de 66-jarige vrouw uit Leeuwarden eist de officier van justitie een voorwaardelijke geldboete van 5.000 euro met een proeftijd van drie jaar en een voorwaardelijke stillegging van het bedrijf voor gedurende één jaar met een proeftijd van drie jaar. Als bijzondere voorwaarde eist de officier dat de rundveehoudster tijdens de eerste dertig maanden van de proeftijd gedurende de winter niet meer dan veertig runderen mag houden (inclusief jongvee). Wanneer de vrouw iemand in dienst heeft voor minstens vier uur per dag gedurende vijf dagen per week, kan dat aantal volgens de officier worden opgehoogd naar tachtig stuks (inclusief jongvee). De officier stelt dat hij bij de strafeis mee heeft laten wegen dat de rundveehoudster inmiddels hulp heeft ingehuurd voor de verzorging van de dieren.

De 59-jarige Drentse rundveehouder hoorde een voorwaardelijke geldboete van 2.500 euro met een proeftijd van twee jaar en een voorwaardelijke stillegging van het bedrijf voor de duur van een half jaar met een proeftijd van twee jaar tegen zich eisen. Als bijzondere voorwaarde eist de officier dat de verdachte in de periode van 1 november tot 30 april niet meer dan dertig runderen zal houden. Daarbij moet de leeftijd van deze dieren in die periode twaalf maanden of ouder zijn. ‘Gedurende de hele proeftijd dient de verdachte zorg te dragen dat de op het bedrijf geboren kalveren binnen drie weken na de geboorte van het bedrijf worden afgevoerd’, aldus de officier.