Column: 'Tien over twaalf voor de weidevogel'
Jeroen de Vries van Collectief Súdwestkust was deze week in een brandbrief aan de Friese Statenleden heel duidelijk: „Voor weidevogels aan de zuidwestkust van Friesland was 2020 een verloren jaar”. Eén van de belangrijkste oorzaken, zo meldt De Vries, is de extreem hoge predatiedruk van roofdieren (predatoren) op de weidevogels.
Dramatisch
Het Collectief van Agrarisch Natuurbeheer, één van de zeven in Friesland, is niet de enige met zo’n dramatisch verhaal. Uit alle hoeken van de provincie komen dit soort berichten uit het veld. En ook vanuit de Rijksuniversiteit Groningen meldt onderzoeker Jos Hooijmeijer dat het slechte broedseizoen te wijten is aan de predatie. Eieren en kuikens worden massaal opgegeten.
Hoog waterpeil, de ‘plas-dras-gebieden’, kruidenrijk grasland en uitgesteld maaien; natuur- en landschapsorganisaties en vooral veel boeren doen met deze maatregelen aan een groot stuk mozaïekbeheer. En toch is het niet genoeg! Veldmensen waarschuwen al veel langer dat de predatiedruk nog steeds omhoog gaat. Door het Nederlandse soortenbeschermingsbeleid van de afgelopen jaren is er een behoorlijke disbalans ontstaan. En die wordt ook nog steeds groter.
Toename
De populaties van de predatoren nemen hand over hand toe, terwijl weidevogels in aantal afnemen. De steenmarter, wezel, hermelijn, vos, bruine rat, wilde kat, zwarte kraai, buizerd, kiekendief, reiger en sinds kort ook de ooievaar zijn nu in de meerderheid. Conclusie: het evenwicht in de natuur is verdwenen. Ook in de allerbeste weidevogelgebieden zoals Idzegea en de Workumerwaard bleef er dit jaar maar weinig van de kuikens over.
Het is erg slecht nieuws voor de weidevogels, maar met name voor de grutto. Het voortbestaan van onze nationale vogel, een ‘dieprode’-lijstsoort, staat op het spel. Driekwart van alle grutto’s broedt in Nederland, waarvan bijna een derde in Friesland. Dit houdt in dat Friesland een grote verantwoordelijkheid heeft voor het in stand houden van deze vogel.
20 miljoen
Deze verantwoordelijkheid heeft de Provincie Friesland zich ook aangetrokken; er wordt jaarlijks ruim 20 miljoen gestoken in weidevogelbeheer. Maar ondertussen is het in het veld dweilen met de kraan open. De weidevogels leggen wel eieren in goede biotopen, maar de eieren en kuikens verdwijnen voor het grootste deel in de maag van diersoorten, die een zekere beschermde status hebben, maar ondertussen veel te grote populaties vormen voor een gezond natuurlijk evenwicht. Het CDA vindt dat er nu een duidelijke keuze gemaakt moet worden. Friesland heeft gekozen voor weidevogels: dan kan niet de kool én de geit gespaard worden.
Volgende week staat in de Provinciale Staten de startnotitie ‘Aanpassing nota Beheer en Schadebestrijding’ op de agenda. Die moet leiden tot nieuw beleid voor het beheer van schadelijke soorten. Helaas heeft dit dossier vertraging opgelopen door de coronamaatregelen. Daar mogen de weidevogels niet de dupe van worden. Wij zullen daarom volgende week beklemtonen dat deze uitgewerkte nota op tijd in de Staten komt en dat de uitwerking van het beleid in de nieuwe nota effectief wordt vòòr het broedseizoen. Daarbij moet alle mogelijke ruimte voor een werkbaar beheer worden opgezocht. Wij vragen het College ook om de deelnemers van het Olterterpoverleg, de PCLG en de FBE mee te geven om in het adviestraject de vaart erin te houden. Uitstel zal de beheerders, boeren en vrijwilligers nog meer demotiveren en dat is het laatste wat we willen. ,,Het is niet meer vijf voor twaalf, maar tien over twaalf” om met de woorden van Jeroen de Vries te eindigen.
Tekst: Attje Meekma
Beeld: Altenburg, Wymenga