VVD stelt Kamervragen over vergoeding lekke Groningse mestkelders na aardbeving
‘Klopt het dat wordt geadviseerd om bij schade aan mestkelders door aardbevingen niet de daadwerkelijke, maar de economische schade te vergoeden’, is één van de eerste vragen die de Tweede Kamerleden in de brief stellen aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
Daarnaast vragen Aukje de Vries en Helma Lodders zich af of de ministers het ‘redelijk’ en ‘rechtvaardig’ vinden om niet de daadwerkelijke schade, maar de economische schade te vergoeden. 'Vinden de ministers dit passen in de lijn van het ruimhartig vergoeden van aardbevingschade?' Ook vragen zij zich af wat er precies wordt verstaan onder economische schade, en wat het verschil is met daadwerkelijke schade.
Ruimhartig
Margriet Donker-Van der Vinnen, Statenlid namens de Christenunie in de provincie Groningen laat in het artikel in de Veldpost weten dat boeren met lekke mestkelders niets opschieten met het advies van de deskundigen. „In het advies van de deskundigen komt naar voren dat het repareren van schade aan mestkelders erg ingewikkeld is en dat er daardoor alleen een gedeeltelijke vergoeding van de bedrijfsschade zal plaatsvinden en niet van de daadwerkelijke schade aan de mestkelder. Het IMG heeft de opdracht om mijnbouwschade ruimhartig te vergoeden. Het kan niet zo zijn dat hier karig mee om wordt gegaan”, stelt zij.
Melkveehouder Koen van Rooijen uit Overschild (GR) laat in hetzelfde artikel weten te twijfelen aan de wil om ruimschoots te vergoeden. „Alles wordt in het werk gesteld om zo min mogelijk te vergoeden. Zo vergelijken ze gemetselde en betonnen kelders met elkaar. Een gemetselde kelder is altijd lek, zeggen ze, om zo te bewijzen dat bevingen er niet toe doen.”
Tekst: Ellis van Wees
Beeld: Ellen Meinen