Het hoofd boven water houden is al 60 jaar innovatief
Het Europese landbouwbeleid heeft vanaf 1958 vele gezichten en richtingen gekend. Wisselende invullingen en voorwaardes zijn vanaf het begin een continuïteit in het GLB. Zoals u weet komt de vader van dit beleid, dat we hard nodig hadden na de Tweede Wereldoorlog, uit Nederland.
Na meer dan zestig jaar GLB is de vraag hoe we de komende 60 jaar verder gaan? Nu het nieuwe GLB, met een Green Deal en een Farm to Fork er aan zit te komen kunnen we wel spreken over de vierde periode van het GLB.
Als we de kaart van Europa bekijken zien we daar grote landen als Duitsland, Frankrijk en Spanje. Dan is het toch wel heel wonderlijk dat het kleine Nederland, ingesloten door grote landen en zeeën, en bekend om zijn eigenwijsheid en innovatie, letterlijk het hoofd boven water weet te houden.
Gidsland
We kunnen wel stellen dat Nederland als het om landbouw gaat het gidsland is van Europa. Waar andere landen niet zo hard lopen willen we hier in Nederland continu vooruit. Waar komt deze drive toch vandaan? Als je het mij vraagt komt het doordat Nederland letterlijk ‘het hoofd boven water wilt(moet) houden’. Want wie met uitdagingen (water, dijken, polders) te maken heeft zoekt continu naar oplossingen, dat zit in het Hollandse DNA ingebakken. Die drive brengt vele innovaties, oplossingen en vooral goede landbouwproducten uit Nederland te beweeg, maar we kunnen niet ontkennen dat er ook ‘negatieve’ effecten ontstaan. Technologie, innovatie en vooruitgang hebben soms negatieve keerzijden, dat zien we ook buiten de landbouw.
De instelling van ‘Het hoofd boven water houden’ is misschien ook wel letterlijk waar wij zelf als Nederlandse boeren aan onderdoor gaan, want wie voorop fietst vangt de meeste wind. Op een gegeven moment raakt men dat zat. Waar bij wielrennen de renners wisselen van de positie blijft Nederland al 60 jaar voorop fietsen.
Maar als je vooraan fietst zie je ook het meeste en kan je uitwijken en de leiding geven Dit is dan ook de taak die er voor Nederland ligt. Want met onze eigenwijsheid en kennis kunnen wij, net als zestig jaar geleden, een richting aangeven waar het voor de rest van Europa heen moet.
Geschiedenis wordt vergeten
De cruciale vraag is, wat is die richting en wie bepaalt dat? Want waar zestig jaar lang het idee was dat met de vele veranderingen en innovaties de agrariërs een goede arbeidsbeloning zou moeten kunnen verwerven is dat in al dit tijd maar deels gelukt en moest men ook letterlijk het hoofd boven water houden.
Waar we vroeger een groot verlangen hadden naar een stabiele voedselvoorziening wordt dit nu gemakkelijk vergeten, en nu West-Europa verstedelijkt komt de positie van de boer in gedrang. Men wil het anders en er is minder ruimte. Men vergeet waar we vandaan komen en oordeelt te snel over de vormen van landbouw zonder de geschiedenis hier in mee te wegen.
Voor de jonge boeren staan grote uitdaging te wachten volgens de vele ambitieuze plannen. De belangrijkste zin in al deze plannen komt ook regelmatig terug; ‘je kan niet groen doen als je rood staat’
Deze zin mag van mij daarom ook voorop de kaft van alle rapporten en plannen als het gaat om landbouw en milieu, want dit is het enigste uitgangspunt waar geen twijfel over mogelijk is.
Maar als ondernemer is het ook je eigen verantwoordelijkheid om in tijden van veranderingen kansen te pakken die zich aanbieden, hoe moeilijk of tegenstrijdig dat soms is. Dit wil niet zeggen dat we overal maar klakkeloos in mee moeten gaan, maar wel goed onze ondernemersgeest moeten gebruiken. Het hoofd boven water houden en het liefst de zeeën bevaren moet het uitgangspunt wezen.
Tekst: Tim van der Mark