Achtergrond
Grote regionale verschillen maken vasthouden regenwater lastig
Want volgens de waterschappen viel er te veel regen in korte tijd. In het noorden en oosten ging het om fikse buien die vlak voor de Kerst vielen. En op andere plekken, zoals in Limburg, kwamen de natte weersvoorspellingen juist niet uit.
Tekst gaat verder onder de tweet
„Onze werknemers zijn ook tijdens de kerstdagen 24 uur per dag bezig geweest om wateroverlast te voorkomen”, geeft Martin Hilferink van waterschap Vechtstromen in Overijssel en Drenthe aan. „Dat gaat allemaal niet vanzelf, want als er op bepaalde plaatsen te veel water zich ophoopt, dan loopt op die plek het land onder.”
Te nat
De geluiden over dat het zonde is om de huidige regenval snel naar de grote rivier of IJsselmeer te dragen, zijn bij hem bekend. „Maar het was simpelweg te nat. We doen wat we kunnen om het grondwaterpeil weer aan te vullen, maar om water door de bodem te krijgen moet het rustig kunnen infiltreren. We zijn dan ook blijer met een langere periode van een beetje neerslag, dan heel veel regen in één keer. Dan krijgen we overstromingen.”
Een meer aanleggen en water daarin opslaan, zet volgens Hilferink geen zoden aan de dijk. „Het grootste waterreservaat is de bodem. Door het waterpeil hoog te houden en sloten vol te zetten met water, zorgen we voor tegendruk, zodat het water niet naar onderen wegloopt richting zee. Daar zijn we constant mee bezig. Daarnaast zorgen we ervoor dat de boel niet overstroomt. Het is voor mensen soms lastig te zien dat we beide zaken aanpakken, omdat wat er onder de grond gebeurt, minder zichtbaar is.”
Subsidie
Boeren in Overijssel kunnen gebruikmaken van subsidie voor het vasthouden van water. Ook dat klinkt tegenstrijdig met het snel afvoeren van water. „Maar we doen echt wat we kunnen om het grondwaterpeil weer aan te vullen. Ook boeren zullen gemerkt hebben dat de sloten soms te vol kwamen te staan. De regen die nu valt, daar hebben we bij een droge zomer of droog voorjaar zeker profijt van, ondanks dat een deel wordt afgevoerd.”
WDODelta (Drenthe en Overijssel) probeert water op hogere zandvlakten te bufferen. 'Peilbeheerders kijken per gebied: waar kan water worden gebufferd, waar liggen waterbergingen die ingezet kunnen worden, waar moet veel of juist weinig water worden afgevoerd?', meldt het waterschap in een persbericht. 'Zo probeert het waterschap op de hoge zandgronden zoveel mogelijk water vast te houden, met de focus op overlast te vermijden.'
Tekst gaat verder onder de tweet
Hoger gelegen gebieden zoals Vechtstromen hebben eerder last van droogte bij weinig neerslag. Het waterschap Zuiderzeeland heeft hele andere klachten. Want daar kan het water niet snel genoeg worden afgevoerd, omdat er toch genoeg water voorhanden is vanuit het IJsselmeer. „Dat is dan ook een kritiekpunt die wij soms horen”, geeft woordvoerder Johan Pieters aan. „Dat we het water niet snel genoeg afvoeren. We hebben hier eigenlijk altijd water voorhanden, vanuit het IJsselmeer.”
Robuust
Zuiderzeeland regelt de waterstanden voornamelijk in Flevoland. „Ons gebied is volledig door de mens aangelegd en daarom op het gebied van watermanagement vrij robuust. Ook met de regen van de afgelopen tijd kenden wij geen problemen.”
Waterschap Hunze en Aa’s (Drenthe en Groningen) voert momenteel per dag 3,5 miljoen kuub water af. Dat gebeurt sinds 22 december en gaat volgens woordvoerder Jeanette Bolhuis nog wel even door. „Dat is noodzakelijk om droge voeten te houden”, verklaart zij. „We werken met een zomer- en een winterpeil. Als de drogere periode eraan komt (eind februari, begin maart, red), dan spelen we daar wel op in. Nu is het vooral zorgen dat er geen overstromingen zijn."
Hunze en Aa’s, met kantoor in Veendam (GR), werkte tijdens de kerstdagen door om de gemalen aan de praat te houden. „Twee keer per dag, als het eb is, gaan ze aan.”
Tekst gaat verder onder de tweet
Taak
In het westen en midden van Nederland kunnen boeren niks met te natte veenweides, al is ter voorkoming van bodemdaling een hoge waterstand gunstiger. „Het ligt er hier daarom maar net aan wie je het vraagt”, zegt Marc Wessels van hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (Utrecht en Zuid-Holland). „Het waterschap heeft ooit als taak gekregen om water zo snel mogelijk af te voeren. Door de droge zomers van de afgelopen jaren is daarin wel een kentering te zien. Vanuit het Rijk wordt water vasthouden meer gestimuleerd.”
Ook waterschap De Stichtse Rijnlanden onderzoekt mogelijkheden om water langer vast te houden, al is dat niet gemakkelijk in de vlakke polder. „We hebben tegenwoordig inzicht in de actuele grondwaterstanden, iets wat we vroeger niet of minder hadden. Hierdoor kunnen we langer vooruit kijken en daarop anticiperen wat betreft waterstanden en peilen. Samen met gebiedspartners en de omgeving zijn we op de Utrechtse Heuvelrug aan het onderzoeken hoe we water langer vast kunnen houden en in de bodem kunnen infiltreren. Dit in het kader van de Blauwe Agenda."
Limburg
In Limburg had CDA-statenlid Johan Geraats kritiek op Waterschap Limburg (WL), omdat het veel water liet weglopen volgens de akkerbouwer. En dat terwijl het waterschap wel boeren oproept om water vast te houden. „Boeren die dit niet maximaal doen ontvangen zelfs gepeperde brieven van het WL. Prima zeg ik dan, maar wat doet het WL zelf met haar stuwpeilen?”, stelde hij op Facebook.
Vooral het Heuvelland heeft problemen als het droog is. Het grondwater zit diep en water spoelt door het grotere hoogteverschil makkelijk weg. Waterschapbestuurder Har Frenken reageerde op de kritiek: „Voor de kerstdagen werd in Limburg tot 60 mm regen voorspeld. Uit voorzorg zijn enkele stuwen iets omlaag gezet. Deze neerslagverwachting is jammer genoeg niet uitgekomen. De stuwen zijn inmiddels weer omhoog gezet.”