Schouten handhaaft strenge Natura-2000 lijn
De SGP wilde weten of het Nederlandse beleid niet te streng is. Bij de aanwijzing van Natura 2000-gebieden zijn de gebieden geselecteerd op basis van één of enkele habitattypen of vogelsoorten die Nederland moet beschermen. De SGP wilde weten of er ten aanzien van bijvoorbeeld het stikstofbeleid alleen getoetst moet worden aan deze habitattypen en vogelsoorten. Uit een rapport van adviesbureau Arcadis zou bovendien blijken, dat in landen als Frankrijk, Duitsland, Ierland en Denemarken dat op die manier gebeurde.
Als dat zo zou zijn, zou de kritische depositiewaarde voor verschillende Natura 2000-gebieden omhoog gaan en was het eenvoudiger om de doelstelling te halen. En zou ingrijpen bij landbouw beperkter kunnen. Volgens de SGP zou dat kunnen blijken uit een arrest van het Europees hof gedaan in 2018.
Strenge lijn
De opvatting van het ministerie van LNV was altijd, en is nu nog steeds, dat ook alle andere habitattypen en vogelrichtlijnsoorten die voorkomen in een Natura 2000-gebied op dezelfde wijze beschermd moet worden. Daarbij beroept het ministerie zich op de uitspraken van professor Kees Bastmeijer, hoogleraar natuurwetgeving aan de universiteit van Tilburg. Dus als in het verleden voor een bepaald type veen er tien gebieden zijn geselecteerd, maar het komt ook nog in vijf andere Natura 2000-gebieden voor dan geldt de strenge kritische depositiewaarde ook in die andere vijf gebieden.
Volgens minister Schouten ondersteunt een recente uitspraak van het Europees Hof over een zaak die speelde in Frankrijk de lijn die het ministerie hanteert. Tegelijk zegt ze dat pas echt uitsluitsel verkregen kan worden als er over deze kwestie zelf een juridische procedure wordt gevoerd bij het Europees Hof.
Uit het adviesrapport van Arcadis blijkt volgens Schouten ook niet dat de toetsing in andere landen anders plaatsvindt.