Rietproef Lauwersmeer van start
Waterstand Lauwersmeer wordt vanaf zaterdag verhoogd
De provincies Groningen en Fryslân willen middels de proef onderzoeken of een tijdelijk hogere waterstand helpt om het waterriet weer te laten groeien. Het riet vormt het leefgebied van beschermde vogels, zoals de blauwborst en de rietzanger. Volgens de provincies is het riet ook nodig voor een goede kwaliteit van het water en de visstand.
‘De nattere omstandigheden met fluctuerende peilen helpen om organisch materiaal, zoals plantenresten, op te ruimen’, aldus de provincies. ‘Ook opgehoopt strooisel van rietblad spoelt op deze manier weg. Dit voorkomt de verzuring van de bodem en daarmee verdere achteruitgang van het waterriet.’ Met de rietproef dragen de provincies bij aan de Europese natuurdoelstellingen voor Natura 2000.
Beheerprotocol
Tijdens de rietproef wordt op verschillende punten in het Lauwersmeergebied de grondwaterstand en het zoutgehalte gemeten. Ook wordt de regenval en de waterstand in het Lauwersmeer in kaart gebracht. Tijdens het uitvoeren van de rietproef geldt een beheerprotocol: wanneer de weersverwachting ongunstig is, wordt de waterstand teruggebracht naar het normale niveau. Dit is nodig om het overtollige water uit Friesland en Groningen op te vangen. Het Lauwersmeer dient dan als waterberging, voordat het water gespuid wordt naar de Waddenzee. Waterschap Noorderzijlvest bepaalt iedere zes uur de rietproef veilig voortgezet kan worden.
Boerenprotest
De Rietproef is de afgelopen jaren meerdere keren uitgesteld, onder meer door protest van boeren rond het Lauwersmeer. Zij vrezen voor verzilting van hun grond en stapten naar de Raad van State, de hoogste algemeen bestuursrechter van het land. De boeren werden echter in het ongelijk gesteld. Weersomstandigheden en een hoge waterstand zorgden er vorig jaar voor dat de proef niet van start ging.
Tekst: Renske Luimes
Renske is opgegroeid op een klein gemengd bedrijf. Bij Agrio kan ze haar grootste hobby, namelijk schrijven, combineren met haar voorliefde voor de landbouw.
Beeld: Susan Rexwinkel