Column: ‘Ga voor een positieve aanpak van de zorgplicht weidevogels’
Stel een boer wil gaan maaien, dan moet hij eerst contact zoeken met een nazorger van de BFVW of een andere deskundige, die zijn percelen vooraf gaat controleren op nesten of kuikens. De meeste boeren maaien voor hun eerste snede allemaal in dezelfde periode van pakweg veertien dagen. Voor die check vooraf op nagenoeg hetzelfde tijdstip, zijn er simpelweg onvoldoende deskundige mensen beschikbaar. De boer is afhankelijk van het weer en soms ook van de planning van de loonwerker en kan niet dagenlang wachten op een controleur. Deze regels die nu worden voorgesteld zijn niet werkbaar, ze werken frustrerend en absoluut niet motiverend om de weidevogel beter te beschermen. Sterker nog, de meeste boeren zorgen goed voor de weidevogels op hun land, maar met dergelijke strakke regels neemt de motivatie af.
Zorgplicht
Even de feiten op een rij: de nieuwe beleidsregels zouden gaan gelden in de weidevogelkansgebieden en het open akkerland. Deze gebieden zijn zoekgebieden voor weidevogel- en akkervogelbeheer, waar dus niet iedere boer een beheervergoeding krijgt. De boeren die zogenaamde beheerpaketten met een Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer-vergoeding (ANLb-vergoeding) op bepaalde percelen hebben, (bijvoorbeeld voor uitgesteld maaien of kruidenrijk grasland) worden door een collectief met beheerregisseurs ondersteund. De BFVW speelt daarin ook een belangrijke rol, met nazorgers en monitoring via de weidevogelApp. Hier is dus de zorgplicht wel geregeld.
Maar de meeste boeren in die weidevogelkansgebieden hebben, onder andere door gebrek aan financiële middelen bij de provincie, geen beheervergoeding. Juist aan hen moet je geen harde regels opleggen. In het zoekgebied zijn zij degenen, die zich in de toekomst nog meer willen inzetten voor de weidevogels. Frustratie gaat niemand over de streep trekken om mee te doen. Dat geven ook de Friese collectieven voor Agrarisch natuurbeheer (KBF) aan, die zich over de nieuwe regels ernstige zorgen maken.
Vertrouwen in de boer
ChristenUnie en CDA vinden dat de provincie uit moet gaan van het vertrouwen in de boer. In verreweg de meeste gevallen waar weidevogels broeden gaat het goed. Ten minste voor zover het de werkzaamheden op het land betreft. Predatie en te weinig provinciaal geld voor grotere leefgebieden zijn de echte grote bedreigingen voor de weidevogels. Er is meer uitgesteld maaien, plasdrasgebied en kruidenrijk grasland nodig. Ga voor stimulerende oplossingen. Ga door met de campagne ‘Grutsk op greidefûgels’, het enthousiasmerende antwoord op de zorgplicht, waar ook de provincie aan bijdraagt.
Steek het extra geld dat voor handhaving benodigd zou zijn zo mogelijk in beheervergoedingen, zodat er meer leefruimte voor weidevogels kan komen. Werk zoveel mogelijk mee aan predatiebeheerplannen en help de BFVW met de werving van nazorgers. Er zijn zoveel betere oplossingen denkbaar. Allinnich troch sa’n positive ynstek kinne de boer en de boarger wer grutsk wurde op al it jonge spul yn ‘e greide.
Deze opinie is geschreven door Wiebo de Vries, Fractievoorzitter Christenunie Fryslân en Attje Meekma, Statenlid CDA Fryslân.
Tekst: Wiebo de Vries, Attje Meekma
Beeld: De Jager