Subsidie voor experimenten met natuurinclusieve landbouw in Friese veenweide
De subsidieregeling is bedoeld voor samenwerkingsverbanden die bestaan uit tenminste twee deelnemers uit het Friese veenweidegebied waarvan minimaal één agrarische ondernemer. Verder moet het initiatief waarvoor subsidie wordt aangevraagd vernieuwend zijn ten opzichte van projecten die al lopen in het veenweidegebied én bijdragen aan één van de vier pijlers van biodiversiteit: functionele agrobiodiversiteit, landschappelijke diversiteit, regionale diversiteit en diversiteit van soorten.
Flora- en faunasoorten
Onder agrobiodiversiteit worden natuurlijke processen van planten en dieren verstaan die een positief effect hebben op de landbouwproductie. Het kan dan gaan om bestuiving door bijen of regenwormen die de bodem luchtig houden. Met de tweede pijler, landschappelijke diversiteit, worden landschapselementen als hagen, sloten en bermen bedoeld. Bij regionale biodiversiteit gaat het om koppeling van gebieden en processen op gebiedsniveau waarbij regionaal specifieke soorten en/of ecologische processen worden ondersteund. De vierde pijler, diversiteit van soorten, richt zich op het behouden en versterken van het agrarisch landschap als habitat voor specifieke flora- en faunasoorten.
Alle criteria waar een project aan moet voldoen zijn hier te raadplegen. Het minimale subsidiebedrag is vastgesteld op 5.000 euro en er geldt een maximum van 25.000 euro. Boeren in de Groningse gebieden Veenkoloniën, Westerwolde en Oldambt kunnen sinds al 1 februari subsidie aanvragen voor experimenten op het gebied van natuurinclusieve landbouw. Zowel de regeling voor de Friese boeren als voor de Groningse boeren sluit op 31 december 2021.
Gebiedsgerichte aanpak
Binnen de Regio Deal Natuurinclusieve Landbouw Noord-Nederland werken het Rijk en de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen samen met andere organisaties aan een gezamenlijke ambitie om een duurzame, natuurinclusieve landbouw in Noord-Nederland te realiseren. De partijen willen met een gebiedsgerichte aanpak een structurele benadering voor natuurinclusieve landbouw ontwikkelen, toetsen en toepasbaar maken op basis van zowel ecologische als landbouwkundige kennis. Kennis over gebiedsparticipatie en verdienmodellen wordt hierbij ook meegenomen.
Tekst: Renske Luimes
Renske is opgegroeid op een klein gemengd bedrijf. Bij Agrio kan ze haar grootste hobby, namelijk schrijven, combineren met haar voorliefde voor de landbouw.
Beeld: Ruth van Schriek