LNV en BoerenNatuur: agrarisch natuurbeheer werkt maar kan nog beter
Om de biodiversiteit niet alleen in de huidige zes procent maar in al het Nederlandse landbouwareaal naar een hoger plan te tillen heeft BoerenNatuur jaarlijks 40 miljoen euro extra nodig, bovenop de 77 miljoen die in 2020 was begroot voor het ANLb. Ook is inbedding in overheidsbeleid en marktinitiatieven nodig.
Tussentijdse Wageningse evaluatie
Met name voor de leefgebieden open grasland en open akker is de doelgerichtheid binnen het ANLb toegenomen in vergelijking met het oude SNLa subsidiestelsel. Bij de voorganger van het ANLb stond de aansturing door agrarisch natuurbeheer collectieven in samenspraak met provincies nog niet centraal.
Dit zijn de belangrijkste conclusies de het ministerie van LNV en BoerenNatuur trekken uit de evaluatie van vier jaar agrarisch natuurbeheer via het zogenaamde ANLb stelsel. De evaluatie is uitgevoerd door Wageningen Economic Research. Woensdag 31 maart stuurde demissionair minister Carola Schouten een brief aan de Tweede Kamer, waarin de tussentijdse evaluatie Agrarisch Natuur-en Landschapsbheer wordt toegelicht. Naast extra budget vraagt BoerenNatuur het ministerie van LNV om minder administratieve regeldruk.
Nationaal Strategisch Plan
Schouten schrijft dat ze de goede handvatten voor verbeteringen samen met de ketenpartners gaat oppakken en uitwerken.
Zowel het ministerie als BoerenNatuur zien in de uitwerking van het nieuwe Europese GLB beleid een belangrijk sturingsinstrument waarmee meer boerennatuur gerealiseerd kan worden, door boeren te belonen voor biodiversiteit. Dit nieuwe EU GLB beleid gericht op het vergroten van biodiversiteit wordt uitgewerkt in het zogenaamde Nationaal Strategisch Plan (NSP).