Modern vogelbeheer op gemengd bedrijf in de Noordoostpolder
Samen met zijn ouders runt Koen Matthijssen in maatschap een gemengd bedrijf met melkveehouderij en akkerbouw. Naast 21 ha grasland behelst het bouwplan op de zavelgrond 16 ha aardappelen en uien en 16 ha tulpen en lelies. Op een deel van deze percelen is in 2019 een kruidenrand van 9 meter breed aangelegd, in overleg met de agrarische natuurvereniging Flevolands Agrarisch Collectief.
Predatie en droogte
„Onze jarenlange ervaring met het actief beschermen van de weidevogels in samenwerking met vrijwilligers heeft ons geleerd dat de natuur grillig is. Droogte op een kritiek moment en vooral roofvogels en andere roofdieren kunnen alle inzet in korte tijd tenietdoen. Dit knaagt niet alleen aan de weidevogelpopulatie maar ook aan de motivatie van vrijwilligers en boeren.”
Mocht het dit voorjaar weer net zo droog worden als vorig voorjaar, dan is Koen van plan de ploegvoren op het akkerland onder water te zetten. Ook overweegt hij aanleg van plasdras-plekken in het grasland.
‘Droogte kan alle inzet in korte tijd tenietdoen’
Op het aardappel- en uienland ervaart de familie Matthijssen dat het aantal bewerkingen een goede start van veel vogellegsels in de weg staat. „Daarom zie ik vooral scholeksters en kieviten. Deze vogels starten later en zijn minder gevoelig voor verstoring.” De laatste jaren zien ze ook steeds meer nesten in de teelten bloembollen, lelies en tulpen. Want deze teelten worden in het vroege voorjaar of najaar gestart en bieden dus rust wanneer de vogels gaan leggen. De vogels foerageren dan vooral in de randen en op het grasland en vinden hun rustige broedplek tussen de lelies of tulpen.
Koen Matthijssen benadrukt het belang van rijk bodemleven en een goede structuur. „Volwassen weidevogels voeden zich met wormen en larven uit de bovenste bodemlaag. Dierlijke mest met een hoog gehalte organische stof, of beter nog vaste mest, zorgt voor goede voeding van zowel de bodem als weidevogels.” Volgens Koen Matthijssen is een gemengd bedrijf met aanvoer van dierlijke mest dan ook in het voordeel.
„Weidevogelbeheer kost altijd iets aan bedrijfsrendement. Het kost tijd en opbrengst op momenten dat dit het minste past, rond de oogst van de eerste twee sneden gras. Of het toekomstige GLB-beleid hier een oplossing voor biedt? Dat weet ik niet. Maar als er per nest voor wordt betaald, dan zorgen de boeren er wel voor dat het aantal legsels stijgt.”
Drone effectief hulpmiddel
Dit voorjaar gaat Koen voor het tweede jaar aan de slag met een drone om broedsels op te sporen, bijvoorbeeld op percelen waar gras gemaaid gaat worden. Vorig jaar nam hij deel aan een experiment en dat is goed bevallen. De warmtecamera waarmee de drone is uitgerust kan op een hoogte van 35 meter met grote snelheid en een capaciteit van 30 hectare per uur vogelnesten detecteren, omdat de nesten een hogere temperatuur hebben dan de directe omgeving. Koen: „De drone is een mooie aanvulling op de inzet van de vrijwilligers die de dronewaarnemingen bevestigen, zonder dat de nesten worden verstoord.”
Tips voor weidevogels in akkerland
Tip 1
Weidevogels hebben drie basisbehoeften: veilige broedgelegenheid en dekking, toegang tot zomervoedsel in de nabijheid van het nest en wintervoedsel.
Tip 2
Aanleg van een vogelakker bevordert de vogelstand. Een vogelakker bestaat uit een afwisseling van stroken met een meerjarig groenvoedergewas – zoals rode klaver (zandgrond) of luzerne (kleigrond) – en stroken natuurbraak ingezaaid met een mengsel van grassen, granen en kruiden. Vogelakkers zijn bedoeld voor muizen etende roofvogels en uilen, broedende veldleeuweriken en overwinterende akkervogels.
Tip 3
Een andere optie is de aanleg van een zogenaamde keverbank. Dit is een verhoogde strook akkerland van tenminste 3 meter breed in het midden van de akker, die begroeid is met ruige grassen en kruiden. Door de verhoogde ligging is een keverbank warmer en droger dan het omringende akkerland, waardoor insecten zoals loopkevers zich er thuis voelen. Insecten kunnen er ook prima overwinteren.
Tip 4
Extensivering van het bouwplan met bloeiende maaigewassen en vlinderbloemige stikstofbinders die het percentage organische stof verhogen en insecten aantrekken, heeft een vergelijkbaar effect als het vergroten van het graanareaal.
Tip 5
Minder ingrijpend dan het uit productie nemen van akkerbouwareaal voor de aanleg van een keverbank is meer graanteelt opnemen in het bouwplan. De opbrengstderving door een minder hoog saldo gewassen in het bouwplan kan gedeeltelijk worden gecompenseerd door hogere hectare opbrengsten van hoog saldo gewassen, dankzij extra graan in het bouwplan.
Tip 6
Ongeacht het bedrijfstype is het voor iedere akkerbouwer en veehouder mogelijk om het slootkantenbeheer vogelvriendelijker te maken, door minder te maaien en de spuitvrije zones uit te breiden, eventueel in combinatie met akkerrandenmengsels of stroken blijvend grasland op de kopakkers. Het nieuwe Europese GLB-beleid is hier waarschijnlijk ook op gericht.
Tip 7
Vogels op akkers hebben baat bij mozaïeken: clusters waarbinnen akkerranden, wintervoedsel en volveldse maatregelen gecombineerd worden, om tegemoet te komen aan de behoeften van verschillende vogelsoorten.