Voorzitter van het FAJK stelt zich voor
‘Flevoland is dé provincie voor landbouw’
Wil je wat meer vertellen over jezelf?
„Mijn naam is Hannah Geerse. Ik heb geen eigen bedrijf, maar ben opgegroeid op een akkerbouwbedrijf in Zeewolde. Op dit moment doe ik nog een Master Plant Sciences in Wageningen bij de WUR. De laatste tijd oriënteer ik me ook steeds meer op de melkveehouderij. Naast mijn studie werk ik op een melkveebedrijf bij mij in de buurt. Mijn studie wil ik nu wat gaan uitbreiden met een stage en vakken bij Dierwetenschappen.”
Is het voorzitterschap wel goed te combineren met je studie?
„Het is soms druk, maar ik kan het nu wel goed combineren. Ik ben namelijk mijn thesis aan het schrijven, en ik had écht geen zin om fulltime achter mijn laptop te zitten de hele dag. Dus dat ben ik parttime gaan doen. Ik werk bijna elke dag op het melkveebedrijf en als het kan ook nog op het akkerbouwbedrijf waar ik ben opgegroeid.”
Wat vind je leuk aan het werken in de akkerbouw- en melkveesector?
„Het veldwerk vind ik wel het mooiste. Met het akkerbouwbedrijf doen we best veel in loonwerk schoffelen, dan ben ik in de zomer de hele dag op pad met de trekker. Dat is lekker precies werk en je bent de hele dag buiten. Tussen de koeien vind ik een heleboel leuk. Het werken in een vast ritme is fijn en ik kan ook echt genieten van het werken met de koeien.”
Weet je al wat je na het afstuderen zou willen doen?
„Nee, eigenlijk nog niet zo goed. Ik zeg altijd voor de grap dat ik vergaderboer wil worden.”
Dus je wilt niet thuis op het akkerbouwbedrijf aan de slag?
„Het bedrijf is al overgenomen door mijn broer toen ik 16 jaar was. Toen had ik niet echt interesse. Maar ik denk dat ik sowieso nu meer naar melkvee neig voor mijn toekomst.”
Waarom ben je voorzitter geworden van het FAJK?
„Ik zocht een stukje verdieping na mijn studie. Mijn bachelor Milieu- en Natuurwetenschappen heb ik in Utrecht gedaan, waarna ik een tijdje op het akkerbouwbedrijf thuis gewerkt heb. Ik was altijd veel bezig met landbouw, maar voornamelijk in de praktijk. Ik wilde graag op een ander niveau met landbouw bezig zijn zoals bij belangenbehartiging kan, maar ook het grotere netwerk en de kennis sprak me aan.”
Hoe voer je nu belangenbehartiging uit?
„Dat is op dit moment best heel pittig. Het is gewoon minder makkelijk om een netwerk op te bouwen. Gelukkig heeft het FAJK allemaal werkgroepen die op hun eigen vlak belangenbehartiging doen. We proberen verder vooral aanwezig te zijn bij overleggen en gesprekken. Vaak ben je dan de enige boerenstem aan tafel. Het is echt super belangrijk dat er iemand met boerenverstand aan tafel zit die er met een frisse blik naar kan kijken.”
Wat speelt er op dit moment in provincie Flevoland?
„Op dit moment leeft bijvoorbeeld dat datacentrum dat in Zeewolde op landbouwgrond moet komen heel erg. Dat is echt een bedreiging voor de landbouw. Wat gaat dat bijvoorbeeld allemaal aan water en energie kosten? Ook kijkend naar de RES-strategie, waarin staat dat je een percentage van stroom zelf duurzaam moet opwekken. Door het datacentrum gaat het energieverbruik omhoog en moeten er weer meer windmolens en zonneparken komen. En wat voor onze provincie natuurlijk kenmerkend is, is dat de grondprijzen zo ontzettend hoog zijn. Als ondernemer kun je dat moeilijk rond rekenen.”
Zie je nog kansen voor jonge boeren in provincie Flevoland?
„Die zijn er zeker! Flevoland is dé provincie voor landbouw. We hebben veel kennis en de infrastructuur is top. Iedereen gaat er hier echt voor. Dat vind ik heel leuk aan de landbouw in Flevoland. Ook voor heel veel technische ontwikkelingen is Flevoland de plek om ze te testen.”
Wat hebben jullie als jonge boeren nog nodig van de provincie?
„Meer zekerheid is wel erg belangrijk. Wat nu gebeurt, en best wel frustrerend is, is dat het ministerie zegt dat boeren meer moeten doen aan kringlooplandbouw en voor milieu. Maar wat ook gebeurt is dat Rijksvastgoed onder het mom van geliberaliseerde pacht, korte termijn pachtcontracten afsluit voor zo veel mogelijk geld. Dat vind ik heel krom en daar kan nog veel gewonnen worden. We zouden ook meer zekerheid willen hebben dat productieruimte, in bijvoorbeeld stikstof maar ook in land, niet kan worden uitgekocht door andere sectoren. Je kan daar als boer nooit tegenop blijven bieden. Landbouwgrond moet gewoon landbouwgrond kunnen blijven.”
Hebben de boeren in Flevoland nog wel meer grond nodig dan?
„Niet per se, maar het is meer dat er ook telkens stukjes landbouwgrond worden opgekocht. Voor energie, voor de uitbreiding van Almere of in de toekomst wellicht voor de bossenstrategie. Dat drijft de grondprijs op en zo verdwijnt er steeds meer landbouwgrond ”
Wat heb je al geleerd tijdens je voorzitterschap?
„Wat ik geleerd heb is dat het heel nuttig is als je je mening deelt in belangrijke vergaderingen. Zeker als jonge boer. Ik onderschat dat zelf ook nog wel eens. Dan denk ik dat mensen de overduidelijke implicaties voor de landbouw wel zien. Maar dat is echt niet zo, en als wij het niet zeggen dan ontbreekt wel de stem van de jonge boer, met goed boerenverstand.”