Voorzitter DAJK stelt zich voor
‘DAJK wordt steeds meer gevraagd om visie en input’
Kun je iets meer over jezelf en je bedrijf vertellen?
„Ik ben Tom ten Kate en ik ben 23 jaar. In Koekange hebben we een melkveebedrijf met 180 koeien en bijbehorend jongvee. Zo’n beetje 115 hectare grond waarvan 95 hectare grasland en de rest bouwland. Naast gras verbouwen we mais en voederbieten. We leveren ongeveer 1,7 miljoen liter melk per jaar. Het melkveebedrijf run ik samen met mijn moeder en mijn broer. Ik denk dat ik met een paar jaar het bedrijf zou willen overnemen. Als dat zover is kijken we nog hoe ik en mijn broer onze samenwerking willen invullen. Mijn broer is meer van de trekkers en ik ben meer van de koeien, dat vult elkaar dus goed aan. We gaan nog kijken hoe we het gaan doen en hoe het zou kunnen. Maar mijn toekomst ligt wel hier op het melkveebedrijf.”
Hoelang ben je al voorzitter van het DAJK en waarom ben je voorzitter geworden?
„Sinds november 2020 ben ik voorzitter geworden van het DAJK. Voorheen zat ik al in het bestuur van de lokale AJK en zodoende kende het provinciale bestuur mij ook. Begin 2020 werd ik al benaderd of ik misschien in het provinciale bestuur wilde. Eerst zou ik in het algemene bestuur komen maar door corona werd de algemene ledenvergadering een aantal keer uitgesteld. Mijn voorganger Roy Meijer is toen verkozen tot voorzitter van het NAJK waardoor er een nieuwe voorzitter voor het DAJK moest komen. Ik heb toen aangegeven dat ik dat wel graag wilde doen, dus zodoende.”
Merk je verschil in het lokale en provinciale bestuur van een AJK?
„Het lokale bestuur zorgt voor leuke en gezellige avonden waar jonge boeren uit een bepaald gebied bij elkaar kunnen komen. Nu met het provinciale bestuur ligt de focus al veel meer op beleid. Dus met provincies en andere partijen in gesprek over hoe het beleid in Drenthe eruit moet zien zodat het voor de jonge boeren goed uitpakt.”
Is dat iets wat jou ligt?
„Ja ik denk het wel. Je moet er wel echt tijd voor vrij maken en het ook een leuk onderwerp vinden. Maar naast de echte beleid zaken zijn we ook bezig met kennisverstrekking naar onze leden. In het najaar starten we bijvoorbeeld met een cursus communicatie via sociale media. Met die cursus willen we de leden handvatten geven voor het omgaan met sociale media en hoe ze het beste kunnen reageren op bepaalde reacties. Dat vind ik ook hele leuke dingen.”
Kun je het voorzitterschap goed combineren met je werkzaamheden thuis?
„Tot nu toe nog wel. Soms is het wel even moeilijk, dan vragen andere ‘moet je weer weg?’ of ‘heb je weer een vergadering?’ We doen het er als bestuursleden wel allemaal bij en we moeten wel bewaken dat we niet op te veel dingen ja zeggen. Ik merk dat we als DAJK bestuur de afgelopen vier jaar steeds vaker worden benaderd om onze visie te geven. Dat heeft misschien deels te maken met de boerenprotesten van 2019. Toen bleek dat we in een keer toch met een hele groep boeren het provinciehuis wel konden vinden. En natuurlijk hebben de bestuursleden van de afgelopen jaren ook goed gewerkt aan hun zichtbaarheid, waardoor we nu ook veel benaderd worden.”
Je bent nog niet zo lang voorzitter, maar heb je in die tijd al dingen geleerd?
„Ja zeker. Het is voor mij natuurlijk ook een stukje netwerk verbreden maar in de eerste paar maanden leer je ook hoe bepaalde besluiten verlopen en met wie je contact moet onderhouden. Ik heb al best veel contact gehad met gedeputeerden en ambtenaren, maar ook met milieuclubs en afdelingen van LTO.”
Wat speelt er op dit moment in Drenthe?
„Wat natuurlijk in elke provincie speelt is stikstof. Wij zitten als jonge boeren daarvoor ook aan de gesprekstafel bij de provincie. Wat we wel merken is dat we niet bij de gesprekken over alle twaalf de natuurgebieden in Drenthe kunnen zitten. De kans is groot dat we er als bestuur dan voor kiezen om jonge boeren uit dat specifieke gebied te vragen om bij de provincie aan te schuiven. Zij kennen hun gebied immers het best. En verder begint het project vanuit de provincie ‘Boer, Burger, Biodiversiteit’ nu te draaien. Dus in gebieden starten projecten hoe de biodiversiteit verbetert kan worden en daar kunnen we als boeren ook wat aan hebben.”
Maak je je nog zorgen over bepaalde ontwikkeling in de provincie?
„Natuurlijk maak je je wel eens zorgen over bijvoorbeeld stikstof, maar meer van; hopelijk komt dat goed. Ik vind dat onze provincie er goed in staat. Ik merk niet dat het moeilijk gaat of dat er besluiten worden genomen die niet goed gaan uitpakken voor jonge boeren.”
Je bent in principe vier jaar voorzitter van het DAJK, waar hoop jij te staan na die vier jaar?
„Ik hoop natuurlijk dat ik een mooi netwerk heb kunnen creëren. Daarbij kan ik nu natuurlijk mooi kijken in het politieke spectrum en hoe beleid wordt gemaakt. En ook met elkaar ervoor blijven zorgen dat er perspectief blijft voor jonge boeren in Drenthe. Daar ga ik me de komende vier jaar met de andere bestuursleden natuurlijk voor inzetten. We hebben een heel leuk bestuur en dat is belangrijk voor mij, het moet wel gezellig blijven.”
Wat zou je jonge boeren willen meegeven?
„Vooral dat als corona straks voorbij is, om langs te gaan bij je lokale AJK en kennis te maken zodat je ze ook kunt vinden als er iets is. Laat het ook vooral weten als er iets is met betrekking tot het zijn van een jonge boer in Drenthe. Iemand van je lokale AJK of van het DAJK kan dan vast helpen. Er is absoluut toekomst voor ons. Nu is het misschien niet altijd even makkelijk om boer te zijn, maar als we daar doorheen zijn dan hebben we ook een hele mooie jonge agrarische sector hier in Drenthe. Daar zet iedereen zich ook voor in zowel overheid als belangenbehartigers in Drenthe.”
Tekst: Sandra Wilgenhof
Tijdens stages ontwikkelde Sandra een passie voor de landbouwsector. Haar studie Dier- en Veehouderij in Dronten combineerde ze met een minor en stage journalistiek. Als redacteur schrijft ze al enkele jaren nieuws en achtergrondartikelen over de landbouwsector.
Beeld: Drents Agrarisch Jongeren Kontakt