'Verjuridisering stikstofprobleem staat oplossing in de weg'
Het stikstofprobleem is een ecologisch probleem, maar het moet juridisch worden opgelost. Dat vertelden MOB-advocaat Valentijn Wösten en hoogleraar Europees milieurecht Kees Bastmeijer in de Tweede Kamer. En de maatstaf voor het juridische probleem, stelde Bastmeijer, is de kritische depositiewaarde (KDW) per natuurgebied.
Maar, betoogde Jaap Hanekamp even later, die KDWs zijn niet zorgvuldig vastgesteld. „De KDW belooft een nauwkeurigheid die nooit kan worden waargemaakt.“
Ook Lambert Polinder, omgevingsjurist bij Agrifirm Exlan, was kritisch over de rigiditeit van de KDW die de rechter hanteert. „De landbouw zal zijn verliezen moeten beperken“, stelde hij. „Niet enkel stikstof, maar ook andere stoffen, zoals bijvoorbeeld fosfaat.“ De afrekenbare stoffenbalans, die de Commissie-Remkes voorstelde, is wat hem betreft de manier om dat te doen. „Maar die balans brengt onzekerheden met zich mee. En daar moet de overheid wel mee om kunnen gaan; als die geen onzekerheden accepteert, kunnen we geen stappen zetten.“
Boeren willen best meewerken aan het terugdringen van stikstof en het herstel van biodiversiteit, vertelde hij. Maar dat moet wel in een omgeving gebeuren waar ze daar ruimte voor krijgen. Als overheid en rechtspraak strakke eisen hanteren, en om administratieve zaken vragen waar boeren niet aan kunnen voldoen, dan brokkelt het draagvlak onder boeren af. Dan houden die vast aan hun rechten, in plaats van mee te bewegen.
Boeren zijn ook niet blij stikstofemissies, vertelde melkveehouder Aleid Blitterswijk. „Stikstof die de koe omzet in eiwit, daar verdienen we geld mee. Stikstof die de lucht ingaat, dat is verlies.“
Meetnet
Volgens Martin Scholten, die lid was van die Commissie-Remkes, moeten de onzekerheden rondom de KDW niet worden aangegrepen om de stikstofproblemen te bagatelliseren. Want die problemen zijn er wel degelijk. Hij haalde een ander advies van die commissie aan: meten. Door het meten van stikstofuitstoot in de stal en de stikstofdepositie in natuurgebieden krijgen we een beter beeld van de werkelijkheid dan met modelberekeningen, stelde hij. „We moeten van een berekende werkelijkheid naar een gemeten werkelijkheid gaan.“
Waar Hanekamp de Kamer vertelde van de moeite die het kostte om toegang te krijgen tot de wetenschappelijke gegevens die ten grondslag liggen aan het beleid, argumenteerde Scholten dat je met die gegevens terugkijkt naar het verleden. „Laten we nu gaan meten en kijken naar de toekomst“, stelde hij. Het was alweer een jaar geleden dat de commissie haar advies had gepubliceerd; Nederland had al ver kunnen zijn met het uitrollen van zo een meetnetwerk; binnen een jaar of twee zou overal gemeten kunnen worden. Zo’n meetnet biedt ook kansen om heel gebiedsspecifiek te werk te gaan.
CDA-Kamerlid Derk Boswijk bracht nog maar eens in herinnering dat, volgend op dat advies, de Tweede Kamer de regering ook had opgeroepen om zo’n meetnet aan te leggen. En dat dat tot nu toe niet is gebeurd.