11 Noordelijke melkveehouders in Netwerk Praktijkbedrijven

De bedoeling van het Netwerk Praktijkbedrijven is dat zij de komende 3 jaar in de praktijk haalbare en betaalbare maatregelen ontwikkelen waarmee ze 15 tot 30 procent ammoniak en methaan kunnen reduceren. De bedrijven zijn onderverdeeld in 10 onderzoeksbedrijven en 30 demonstratiebedrijven.

Een van de onderzoeksbedrijven is dat van Doede Hettinga uit Klooster Lidlum in Friesland. „Ik doe mee aan het Netwerk om meer grip te krijgen op methaanemissie. Controle krijgen op de uitstoot van broeikasgassen zie ik dan ook als mijn grootste uitdaging als melkveehouder. Eén maatregel die ik al toepas om ammoniak- en methaanemissies te reduceren is het systeem van nieuw Nederlands weiden; daarbij weid ik iedere dag op een ander perceel”, aldus de veehouder in het persbericht van het Netwerk.

Praktijkmetingen

Melkveehouder Wydo van den Heuvel is een van de demonstratiebedrijven, in het Drentse Witteveen. Hij zegt: „Er komt veel op de melkveehouderij af. Ik vind het belangrijk dat te nemen maatregelen niet alleen genomen worden op basis van rekenmodellen en de daarbij behorende aannames en forfaits, maar dat de maatregelen onderbouwd zijn met metingen en cijfers uit de praktijk. Daarbij moeten maatregelen praktisch haalbaar zijn; dus óók met behoud van het verdienmodel. Ik hoop meer inzicht te krijgen in ons bedrijf en op basis daarvan te verbeteren.”

Andere deelnemende onderzoeksbedrijven uit het noorden zijn Wout Huijzer uit Zeerijp (Gr.) en Gerben Braakman uit Dwingeloo (Dr.). Bij de noordelijke demonstratiebedrijven participeren verder Kees Boon uit Delfstrahuizen, Jan Willem Halsma uit Bakkeveen, Sjoerd Reitsma uit Piaam en Sytze Zwaagstra uit Nij Beets, allen uit Friesland. Groningen wordt vertegenwoordigd door Thomas Dijkstra uit Rasquert. In Flevoland doen Marijn van Aart uit Rutten en Roel Assies uit Zeewolde mee.

Het project, dat in januari van start is gegaan, wordt volledig gefinancierd door het ministerie van LNV. Cathy van Dijk is projectleidster vanuit LTO Noord. „LNV zal de resultaten hiervan heel nadrukkelijk bekijken, omdat het ministerie ook beseft dat er in de praktijk draagvlak moet zijn voor eventuele maatregelen”, geeft ze aan.