Maatregelen afspoeling: niet verplicht, mogelijk wel lokaal oplossing
Volgens Sandra Lenders van de provincie Flevoland kijken de deelnemende partijen in het actieplan naar wat maatregelen tegen afspoeling op verschillende gronden doen. Bij Swifterbant is de grond met 25 procent afslibbaarheid wat zwaarder dan de 10 procent bij de opstelling in de Noordoostpolder. „Je kunt daar misschien uit leren wat er in de NOP anders werkt dan hier in Oostelijk Flevoland.”
De vorm waarin mest aangewend wordt, maakt verschil voor de risico’s op afspoeling en uitspoeling. Behalve metingen in de proef aan de afspoeling van stikstof en wat er aan stikstof achterblijft in het najaar, zijn er ook bodemvochtmetingen gedaan bij 33 agrarische ondernemers. Volgens adviseur Niek Vedelaar van Delphy blijkt dat de benutting van stikstof bij de ondernemers hoog is. Het is met name bij minder efficiënte gewassen, zoals aardappelen en pootgoed, dat er in het najaar meer stikstof achterblijft die in oppervlakte- en grondwater kan komen.
Met een set van maatregelen kan de teler voorkomen dat er stikstof verloren gaat, voor het eigen gewas en voor het milieu. Lenders hoopt dat groenbemesters en wintergewassen stikstof over de winter tillen naar het volgende groeiseizoen. Vedelaar wijst op de vroege oogst van het pootgoed. „Bij dierlijke mest en organische bodemverbeteraars kan er in het najaar uit mineralisatie nog vrij veel stikstof in de bodem vrijkomen.” Het weersverloop over het groeiseizoen is sterk van invloed op deze mineralisatie en op de opname tijdens het groeiseizoen door het gewas en daarna door het wintergraan of de groenbemester die volgt.
Infiltratie verhogen
De drempeltjes eroderen in de loop van de zomer. Toch denkt Vedelaar dat ze water dat valt meer gelegenheid geven te infiltreren in de bodem, in plaats van direct naar de sloot te spoelen. „Ook bij een grovere structuur van de grond kan er meer water in de bodem dringen.” Met een woeltand maakt het team een deel van de proefveldjes wat losser met hetzelfde doel. De behandelingen zijn een extra greppeltje aan het eind van de rug, een greppeltje met compost op die plaats, toepassen van een middel dat water beter laat infiltreren (Transformer), haver tussenzaai om het water te remmen, de erosiestoppertjes, de woeltand en een geponste afvoergreppel met gaatjes die met compost gevuld worden.
Vedelaar verwacht dat de maatregelen tegen afspoeling bij de eerste bui een piek van afspoeling kunnen verminderen, zelfs als de maatregel daarna minder goed achterblijft. Hij toont schematische weergaven van de maatregelen. Behalve in aardappelen noemt hij ook de uien, een zeer open gewas met veel risico op afspoeling, slemp en weinig remming van het water dat van boven valt.
De woeltand blijkt langdurig effect te hebben. De combinatie woeltand plus erosiestoppertjes geeft het minste afspoeling. Het waterschap vindt hierdoor minder middelenresidu in het oppervlaktewater. Een onkruidmiddel als Stomp bindt zich moeilijk aan de grond en kan daarom bij snelle afspoeling in hogere concentraties in het water voorkomen dan middelen die zich hechten in de bodem.
Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes