Nieuwe stichting voor behoud Drents agrarisch erfgoed

Woensdag 27 oktober is de officiële oprichtingsvergadering. Theo Spek, hoogleraar landschapsgeschiedenis en hoofd van het Kenniscentrum Landschap van de Rijksuniversiteit Groningen, is een van de sprekers op die avond.
Hij roemt de diversiteit en de vele kwaliteiten van het Drentse landschap. „In het Drentse Aa-gebied heb je het typische kleinschalige esdorpenlandschap; in de Veenkoloniën de langgerekte dorpen en in de veengebieden de kenmerkende verkaveling met lange stroken”, geeft hij aan.
Volgens Spek is het de kunst om bij de instandhouding en verbetering van die boerenlandschappen te zoeken naar een combinatie van (kleinschalige) natuurontwikkeling met behoud van de economische aspecten. „Boeren moeten er economisch op kunnen blijven boeren, anders is het niet haalbaar”, stelt hij.
Eswal
„Het hoeven ook geen grote veranderingen te zijn. Vaak kun je met vergroening op kleine schaal, bijvoorbeeld door de aanleg van een eswal, al veel bereiken zonder dat het ten koste gaat van de efficiëntie van het boerenbedrijf.”
Op plekken waar sprake is van grote lappen landbouwgrond kun je vaak met minimale ingrepen de percelen opdelen, waardoor er al meer variatie en biodiversiteit ontstaat. Dat is ook te zien in Westerwolde in Groningen, volgens Spek. „Daar zijn ze drie jaar geleden gestart met het project de Es van Veele. Daar lagen héle grote percelen; die hebben ze iets kleiner gemaakt waardoor het landschap meteen gevarieerder is geworden.”
Wie geïnteresseerd is in de lezing van Spek, kan zich hier opgeven voor de oprichtingsvergadering van de stichting Drents Agrarisch Erfgoed.