Aeres-studenten telen rijst in Fryslân

De proef is onderdeel van het project Better Wetter, waarin ervaring wordt opgedaan met natte teelten. Een jaar of vier geleden zijn er bij de Brusplak in het veenweidegebied vier plotjes uitgegraven, vertelt Osinga. Het zijn kleine proefveldjes van 3 x 3 meter, met een kunstmatig hoog waterniveau.
Op ééntje wordt geëxperimenteerd met de teelt van lisdoddes, de tweede groeit vol met mattenbiesplantjes en op de derde moest veenmos gaan groeien. Maar dat slaat op het ijzerhoudende kwelwater nog niet echt aan, volgens Osinga. „Toen hadden we nog een plekje over. Daar zijn we dit jaar rijst op gaan telen. Nou, die hoefde we deze zomer geen water te geven”, lacht hij.
Uitgangsmateriaal
Osinga moest nog goed z'n best doen om uitgangsmateriaal te verkrijgen. Uiteindelijk wist hij de hand te leggen op vijf winterharde Chinese rijstrassen. Het zesde ras komt uit Noord-Italië en is niet helemaal winterhard, maar kan wel een beetje vorst hebben.
Omdat het zo lang duurde voordat het rijstzaad arriveerde, kon het pas in de eerste week van juni worden gezaaid. „Eén van onze zorgen was dat de plantjes het slachtoffer zouden worden van slakken, want het was hartstikke nat”, geeft hij aan. „Maar dat is niet gebeurd; de slakken waren kennelijk niet enthousiast over de rijstplantjes.”
De vuistteelt bij rijst is dat je het honderd dagen na het zaaien kunt oogsten. „Dat werd dus wel heel laat, en september was nat en koud”, volgens de projectleider. „We waren dan ook best verrast toen er in drie van de zes rassen toch nog aartjes kwamen.”
Osinga heeft niet al het zaaizaad gebruikt; het restant wil hij komend jaar inzetten in het vervolg van de proef. „Dan willen we begin mei opnieuw gaan zaaien. En dan kijken wat we ermee kunnen, qua eiwit en energiegehalte. Is het geschikt voor veevoer, of voor humane consumptie? Het zou toch leuk zijn als restaurants lokaal geteelde rijst zouden kunnen serveren”, droomt Osinga hardop. Een merknaam heeft hij ook al: „Fryslân-Ryslân”, lacht hij.
Alternatieve gewassen
Het Better Wetter-onderzoek naar natte teelten is gericht op het vinden van alternatieve gewassen voor laaggelegen veenweidegronden die eigenlijk onvoldoende geschikt zijn voor grasland, geeft hij aan. Bij iedere natte teelt wordt nagegaan of er voor bedrijven iets mee valt te verdienen. Zo zou de teelt van veenmos – een plantje dat tientallen keren z'n eigen gewicht aan vocht kan opnemen – wellicht rendabel zijn als het gedroogde veenmos kan worden verwerkt in luiers.
Of de rijstteelt in Friesland een succes gaat worden? Daarvoor is het nog te vroeg. Osinga: „Je moet maar zo denken: een generatie geleden was het ook nog helemaal niet vanzelfsprekend dat er maïs kon worden verbouwd in Friesland, maar die grens is dankzij een combinatie van veredeling en klimaatverandering steeds verder naar het Noorden opgeschoven. En Nederland is goed in verdedelen; ik hoop dat een paar verdelaars dit ook lezen. Ik nodig ze van harte uit om aan te haken bij het onderzoek.”
Better Wetter is een samenwerkingsverband tussen overheden, natuurorganisaties, onderwijsinstellingen, Wetterskip Fryslân en ondernemers in Noordoost Friesland, gericht op toekomstbestendig waterbeheer.