Column: Kwaliteit natuurorganisaties opnieuw onvoldoende
Het jaarverslag van de Stichting Certificering SNL heeft Zembla, NOS of de Volkskrant niet gehaald. Deze stichting controleert jaarlijks via audits of natuurorganisaties en agrarische collectieven hun kwaliteitssystemen op orde hebben. De gedachte daarachter is dat als die kloppen, dat de kwaliteit van het (agrarisch) natuurbeheer goed is. Daar zijn kanttekeningen bij te plaatsen, maar daar ga ik nu niet op in.
Hersteltermijnen en zo
Begin 2020 legde ik al die jaarrapportages al eens naast elkaar en toen viel op dat eigenlijk ieder jaar alle natuurorganisaties waar de stichting langs ging tekortkomingen hadden. Organisaties worden eens in de drie jaar gecontroleerd. Die natuurorganisaties krijgen dan een hersteltermijn van zes weken. Zijn de problemen niet opgelost dan wordt de status van het certificaat aangepast naar ‘voorlopig behoud certificaat’. Dan is er nog niets aan de hand, want dan is er een termijn van een jaar om de boel op orde te brengen. Lukt dat ook niet dan vervalt in principe het certificaat en mag een overheid geen subsidie meer geven. Dat laatste is nog nooit gebeurd, want organisaties die binnen een jaar hun kwaliteitssystemen niet op orde hebben, kunnen tegen de regels van Stichting Certificering SNL in gewoon een nieuwe herstelafspraak maken.
Tekortkomingen
Op 2 november publiceerde de stichting haar jaarrapport over 2020. Erg laat zou je zeggen, maar door corona schoven de audits ook naar achteren en werden die vrijwel allemaal digitaal uitgevoerd. Of dat de kwaliteit van de beoordeling heeft beïnvloed is lastig vast te stellen. De conclusies zijn er in ieder geval niet minder om. Bij alle vijf terrein beherende organisaties (TBO’s) constateerde de stichting tekortkomingen. In 2020 ging dat om Het Groninger Landschap, Staatsbosbeheer, Stichting Het Geldersch Landschap en Kasteelen, Het Limburgs Landschap en Zuid-Hollands Landschap. Even ter vergelijking, van de dertien agrarische collectieven was er slechts één met gebreken: Gebiedscoöperatie Rijn Vecht en Venen. Vorig jaar bleken er zelfs helemaal geen gebreken te zijn. De collectieven hebben het dus beter voor elkaar, terwijl daar minder geld beschikbaar is voor dit soort kantoorzaken.
Grote gebreken
Het jaarverslag vermeldt ook dat Staatsbosbeheer en Zuid-Hollands Landschap eind 2020 hun gebreken wisten op te lossen. Bij de andere drie organisaties is de status verandert naar ‘voorlopig behoud certificaat’. Maar zoals ik eerder aangaf, doet die status er feitelijk weinig toe. Het Zuid-Hollands Landschap was al jaren in gebreke. In 2018 waren er tekortkomingen en die waren in 2019 nog niet opgelost. Pas eind 2020 ging de status van het certificaat weer naar ‘Behoud certificaat’. Natuurmonumenten deed er twee jaar over om de boel weer op orde te krijgen en Landschap Noord-Holland is nu ook al voor het tweede jaar bezig om de tekortkomingen weg te werken.
En de problemen bij Het Drentse Landschap en Het Gooise Natuurreservaat moeten wel erg groot zijn, want die zijn nu al voor het derde jaar aan het proberen tekortkomingen op te lossen.
Minister door het stof
Derk Boswijk van het CDA stelde er dit jaar vragen over aan minister Schouten. Dat leidde niet tot een verandering, want de minister stelde doodleuk het volgende: ‘In de ruim tien jaar waarin de Stichting Certificering SNL thans werkzaam is, zijn de geconstateerde tekortkomingen die betrekking hebben op de certificering tot nu toe tijdig weggenomen.’ Misschien snap ik het niet, maar volgens mij informeert de minister de Tweede Kamer hier foutief. Dat was vroeger een doodzonde en dan kwam de minister in de problemen en moest door het stof. Tegenwoordig is het de vraag of de Tweede Kamer de minister hiervoor ter verantwoording durft te roepen.
Provincies
Gisteren gebeurde dat in ieder geval niet. Er waren maar twee politieke partijen die probeerden iets meer grip te krijgen op de kwaliteit van het natuurbeheer. Roelof Bisschop van de SGP wilde graag meer grip op de subsidies die van het ministerie naar de provincies vloeien en vervolgens bij de natuurorganisaties terechtkomen. In feite was dat een vervolg op de vraag die Caroline van der Plas namens de BoerBurgerBeweging stelde aan minister Rutte tijdens de politieke beschouwingen. Zij wilde toen weten waarom het niet inzichtelijk is wat de natuurorganisaties met al die subsidies doen en of die wel goed worden besteed. Schouten beantwoordde die vraag twee weken geleden schriftelijk met een opsomming van hoe het systeem in elkaar zit. De vraag beantwoordde ze niet. Gisteren ook niet toen Bisschop er om vroeg. Schouten ziet het als een verantwoordelijkheid van de provincies.
Doelmatigheid
Schouten stuurde ondertussen in november nog wel een rapport naar de Tweede Kamer met als titel Beleidsdoorlichting Natuur en biodiversiteit 2015-2019. Een speciale commissie evalueerde in opdracht van LNV verschillende evaluaties op dit terrein. De conclusies zijn: 1. De meeste evaluaties geven een neutraal of positief oordeel over de doeltreffendheid van LNV-gelden. 2. De evaluaties zijn vaak niet wetenschappelijk onderbouwd. 3. De evaluaties zeggen weinig over de doelmatigheid. 4. Aanbeveling: sterkere regie voor het Rijk.
Motie TBO’s
Je zou zeggen dat de minister hier genoeg aanleiding in zou kunnen zien om wel actie te ondernemen. De Tweede Kamer kan deze of een volgende minister daar natuurlijk alsnog toe dwingen met moties en dergelijke. Caroline van der Plas diende er gisteren in ieder geval één in. Ze wil dat de regering ‘jaarlijks van de terreinbeherende organisaties een gedetailleerde en cijfermatig onderbouwde rapportage vraagt, waarin de doelmatigheid van de besteding van ontvangen subsidies wordt aangetoond’. Daar zouden weinig politieke partijen op tegen kunnen zijn, lijkt mij, maar we wachten de stemmingen maar even af.