Interview met bestuursvoorzitter David Fousert
Avebe met stevige ambities op weg naar 100 euro
De impact van de corona is nog steeds goed voelbaar voor Avebe. De wereldwijde crisis heeft geleid tot hogere kosten voor transport, energie, grondstoffen en verpakkingsmaterialen, maar ook tot langere levertijden. „Containervrachten zijn erg duur geworden, waardoor de zetmeelvraag vanuit Azië kleiner is. Daar tegenover staat gelukkig een grotere vraag vanuit Europa.”
De kostenstijging heeft de prestatieprijs gedrukt; deze zakte in het boekjaar 2020/2021 naar € 93,30 per ton zetmeelaardappelen. Wel werd er 14 procent meer aardappelgeld uitgekeerd aan de telers. Voor veel telers was de lagere prestatieprijs een domper: zij worden op hun eigen bedrijf geconfronteerd met stijgende kosten, maar zien tegelijkertijd de prestatieprijs lager uitvallen door hogere kosten.
„Avebe heeft immers geen bestaansrecht zonder de zetmeelaardappelen.”
Fousert begrijpt dat telers daar op z’n zachtst gezegd niet blij van worden. Tijdens de digitale districtsvergaderingen heeft hij de prestatieprijs met de leden besproken. „De zetmeelaardappelteelt moet renderend blijven voor onze leden. Dat is belangrijk voor hen maar ook voor ons: Avebe heeft immers geen bestaansrecht zonder de zetmeelaardappelen.” €93,30 is misschien niet de prijs die de telers hadden gehoopt, maar volgens Fousert moet je deze zien in de context van de kostenstijging. En ook de lagere prijzen voor natief zetmeel en eiwit voor diervoeding door het grote marktaanbod speelt hierin een belangrijke rol.
In oogstenjaren 2018 en 2019 was de stijging van de prestatieprijs vooral te danken aan de schaarsheid van zetmeel als gevolg van de droge teeltseizoenen. „Voor oogstjaar 2020 is de prestatieprijs weliswaar gedaald, maar de telers hadden in 2020 in het algemeen wel betere oogsten dan in de voorgaande twee jaren. En dat is voor een akkerbouwbedrijf natuurlijk ook van groot belang.”
Daarnaast zorgde groei bij de buitenlandse concurrentie voor druk op de prijzen voor natief zetmeel, en daarmee op de prestatieprijs. Vooral de sterke groei in het Deense areaal zetmeelaardappelen heeft een negatieve invloed gehad. Deze groei benadrukt volgens Fousert de noodzaak om als Avebe minder afhankelijk te zijn van natief zetmeel. „Ja, het zal altijd een belangrijk aandeel zijn, maar hoogwaardige producten van eiwit en zetmeel zijn het onderscheidend vermogen van Avebe.”
Lees verder onder de foto
'Niet blij met prestatieprijs van 95 euro'
Voor oogstjaar 2022 verwacht Avebe uit te komen op een prestatieprijs van € 95. Ja, een plus, maar Fousert is er nog niet helemaal blij mee. „We moeten ons bewust zijn dat €95 niet genoeg is om de kostenstijging van de telers te compenseren.” Dat is nóg een reden om versneld door te gaan met de transitie van bulk naar hoogwaardige producten. „Ik zie duidelijke kansen in bepaalde markten waar we een grotere rol kunnen spelen.” Hij denkt hierbij onder meer aan plantbased markt; de alternatieven voor zuivel en vlees. „Daar is veel te doen en ons product past daar heel goed in.” Daarnaast wil het bedrijf werken aan een verlaging van de interne kosten. „Door onze processen meer te verduurzamen, hebben we minder elektriciteit en gas nodig.”
Maar ook op de industriële markt neemt het aantal afnemers toe. Avebe is in staat om grondstoffen te leveren als alternatief voor synthetische of petrochemische producten. Fousert: „2022/2023 is het laatste jaar van de huidige strategie, van bulk naar hoogwaardig eiwit. Voor de periode daarna onderzoeken we – naast de voedingsmarkt – aan welke knoppen we kunnen draaien in de industriële markt. Wij voelen dat daar grote kansen liggen.”
De vegetarische en veganistische markt is voor Avebe nu al enorm van belang. „Deze markt is groot en groeiend. Wij denken met onze strategie een goede aansluiting op deze markt te hebben.” De waarde van de voedingsingrediënten gebruikt in plantaardige en milieuvriendelijke eindproducten is nu 43 procent van alle voedingsstoffen. En daar gaat het wat Fousert betreft niet stoppen. „Er zijn nog veel ideeën.”
Voor zover ik weet heeft de zetmeelaardappel na soja de hoogste eiwitproductie. Daarmee hebben we een enorm sterke troef in handen.”
Avebe investeerde dit jaar fors in zijn innovatie- en duurzaamheidsprogramma. De meeste van deze investeringen houden verband met de capaciteit aan aardappeleiwit voor dierlijke en humane voeding. Avebe’s Solanic-aardappeleiwit is voor humane voeding, dat voornamelijk wordt afgezet in groeiende markten voor plantaardige voedingsmiddelen, zoals vlees- en zuivelvervangers. Fousert is blij dat de zetmeelaardappel zo’n grote rol kan spelen in de markt van hoogwaardige eiwitten. „Voor zover ik weet heeft de zetmeelaardappel na soja de hoogste eiwitproductie. Daarmee hebben we een enorm sterke troef in handen.”
Die troef is ook nodig, gezien de stevige ambities die Avebe voor de komende jaren heeft uitgezet. Zo moet de waarde van voedingsingrediënten die worden gebruikt in plantaardige en milieuvriendelijke eindproducten in 2023 vervijfvoudigd zijn ten opzichte van 2017/2018.
Groeien in zetmeel en eiwit per hectare
Ook in de teelt zijn er stevige ambities. In 2023 wil het concern 10 procent meer aardappelzetmeel en aardappeleiwit van een hectare halen. In diezelfde periode wil Avebe het areaal waarop nieuwe productieve Averis-rassen worden geteeld laten groeien van 415 hectare (2020) naar 3.000 hectare in 2023. Betekent dat een verplichting tot het telen van Averis-rassen? Nee, zegt Fousert. „We willen niet op de stoel van de telers gaan zitten. Maar onze telers vragen wel om meer phytophthoraresistente rassen.”
Bij Averis wordt versneld ingezet op het kweken van rassen met de benodigde resistenties, dankzij de samenwerking met het kweekbedrijf Solynta dat is gespecialiseerd in hybride veredeling. „Willen wij een antwoord geven op de uitdagingen van onze telers dan is de ontwikkeling van rassen cruciaal. Dankzij de samenwerking met Solynta kunnen we rassen leveren met hogere zetmeel- en eiwitgehaltes en tegelijkertijd door ingebouwde resistenties minder gewasbeschermingsmiddelen nodig hebben.” Die nieuwe rassen zijn er niet vandaag of morgen, realiseert Fousert zich. „Maar dankzij hybride veredeling gaat het wel sneller.”
David Fousert prijst ondernemersgeest en dynamiek
De 43-jarige David Fousert is op 1 september begonnen bij Avebe, een maand later nam hij de voorzittershamer over van zijn voorganger Bert Jansen. Hij zit dus nog maar kort aan het roer, maar kan al wel zeggen dat deze functie hem „enorm goed bevalt”. Waar dat in zit? „De dynamiek binnen ons bedrijf spreekt me erg aan. Er ligt een heel duidelijke visie richting een duurzamere coöperatie en we zitten midden in de transitie van bulk naar hoogwaardige producten. Bovendien is er een heel duidelijke band tussen de coöperatie en zijn leden, de telers. Bij beide partijen is sprake van een grote ondernemersgeest.” Alhoewel hij farmacie heeft gestudeerd en de ambitie had om veearts te worden, voelt hij zich in de plantaardige sector „als een vis in het water”.
Jansen kreeg bij zijn afscheid lovende woorden te horen. Zo werd hij onder meer geprezen voor de wijze waarop hij van Avebe een innovatieve, toekomstgerichte coöperatie heeft gemaakt. Nu is het misschien vreemd om iemand die nog maar zo kort voorzitter is te vragen naar hoe hij herinnerd wil worden, maar Fousert wil die vraag graag beantwoorden. „Als iemand die met het hele team de toekomst van Avebe en dus waarde voor haar leden heeft kunnen borgen door in te zetten op innovatie en verduurzaming. Mijn voorganger heeft het fundament gecreëerd voor de nieuwe strategie richting hoogwaardige producten, wij gaan daar nu verdere uitvoering aan geven.”